maandag 30 juni 2014

Broedseizoen 2014, deel 2, bonte vliegenvangers.

Het zit er inmiddels bijna op met het veldwerk voor de holenbroeders. Tegen alle verwachtingen in werd het op meerdere onderdelen een seizoen met onverwachte aspecten.
Zo was er bij de bonte vliegenvangers aanvankelijk sprake van tegenvallende aantallen terugkerende adulte vogels. Met name de vrouwen lieten voor een deel lang op zich wachten en iets moet hen onderweg behoorlijk hebben opgehouden. Wellicht hebben ze in verband met zandstormen moeten wachten met de oversteek van de Sahara of heeft slecht weer de terugkerende vrouwen in twee groepen gesplitst en heeft slechts een beperkt deel van de tweede groep de terugreis compleet kunnen volbrengen. Uiteindelijk resulteerde dit in de Nederlandse bossen in een situatie met op veel nestkast-terreinen minder broedparen, soms tot zelfs minder dan de helft van het gemiddelde aantal broedparen zoals op ons terreintje Q in het landgoed Weldam bij Goor. Daarentegen bleven veel mannen ongepaard omdat er flinke concurrentie zal zijn geweest om de kleinere aantallen vrouwtjes. Ook op onze terreinen zaten in variabele aantallen van 1 tot 4 mannen tot laat in het seizoen nog tevergeefs uit volle borst te zingen in de hoop nog een vrouw te kunnen strikken. Desalniettemin een interessant seizoen voor deze soort want de gemiddelde legdatum van het eerste ei verschilde niet veel van het gemiddelde van de laatste jaren. De grootste groep vrouwtjes van de bonte vliegenvanger begon met de eileg op 29 of 30 April. De legselgrootte gaf hetzelfde beeld, tussen de 6 en 7 eieren. Daarvan werd in veel gevallen het broedsel al bebroed voordat alle eieren waren gelegd. Dit fenomeen is, net zoals bij veel andere soorten zangvogels al langer het geval is, inmiddels ook bij de bonte vliegenvanger enorm gewoon aan het worden. Het is voor de vogels dan ook een methode om nog weer 1 of 2 dagen te versnellen in de timing van de geboorte van de jongen. Later in het seizoen kreeg ook de bonte vliegenvanger flink te maken met koud en nat weer waardoor de voedselsituatie snel verslechterde. Het werd lang zoeken naar rupsen en door het koude weer in Mei waren er ook veel dagen met amper vliegende insecten. In veel nesten trof je tussen de jongen dan ook weer volop rozenkevertjes, spinnen en mieren aan. Een aantal ouders kon met dit tegenvallende weer slecht overweg en zij verloren dan ook enkele jongen of soms zelfs het voltallige broedsel. Diverse controleurs troffen dit jaar dan ook nesten met best wel grote jongen alsnog dood aan. Ook was het aan het eind van het seizoen redelijk normaal te noemen dat er 1 of 2 dode jongen in het nest met verder prima opgroeiende jongen te vinden waren, wat dat betreft is onderstaande foto een treffend beeld van dit seizoen voor de bonte vliegenvanger.


Foto: broedsel van bonte vliegenvanger met bij de jongen 1 niet uitgekomen ei en 1 jong dood door honger.

Inmiddels illustreert een reactie van een trouwe volgster van ons weblog ook al wel dat het na het uitvliegen van de jongen maar te bezien valt of ze dat goed gepland hebben. Ze schreef ons dat ze bij haar huis de jongen had kunnen volgen bij het uitvliegen. Aan het eind van de dag volgde echter een zwaar onweer en de volgende ochtend trof ze de drie pas uitgevlogen jongen nabij de nestkast dood aan.....


Foto: bonte vliegenvanger-man ; drostscore 2, onze zwartste man van dit seizoen.

In totaal hadden we in de nestkasten van NIVON Goor dit jaar 115 paartjes bonte vliegenvangers aan het broeden. We hebben voor het RAS-project ongeveer 700 jongen kunnen ringen en we hebben 62 paartjes compleet kunnen ringen en/of kunnen aflezen. In totaal vingen we meer dan 100 vrouwtjes en 86 mannetjes. Geen slechte score, maar het blijft in onze terreinen opvallen dat er ondanks onze inspanningen verhoudingsgewijs maar heel weinig terugvangsten voorkomen. Dat wordt vooral veroorzaakt doordat de inspanning betreffende het ringen en aflezen van adulte vogels door andere ringers in onze omgeving een beetje aan het teruglopen is en er daarentegen wel meer broedgelegenheid wordt aangeboden. Toch hadden we dit jaar voor de tweede keer in ons RAS-project bonte vliegenvanger een vogel met een buitenlandse ring..... het ging daarbij om een mannetje met een Belgische ring.