zondag 6 oktober 2013

Ringen in Vitoria-Gasteiz, Baskenland deel 1.

Donderdag 19 September 2013: van Goor naar Vitoria-Gasteiz.

Op uitnodiging van een NIOO-collega, Ivan de la Hera, vertrekken we vandaag voor 10 dagen naar het in Noord-Spanje of liever gezegd, Baskenland, gelegen Vitoria-Gasteiz om hem te assisteren bij een ringproject dat daar dit seizoen gestart is en vooral gericht is op de waterrietzanger.
Han heeft ons vanochtend op de trein gezet, waarna we als haringen in een ton aan de trip naar Schiphol zijn begonnen. Ingeklemd tussen forenzende scholieren die vooral bezig waren met hun make-up en in het bijzonder natuurlijk via de smart Phone foto’s van elkaar doorsturend oordelen of hun look wel goed was voor die dag. Jongens zijn met hun smart Phone natuurlijk met andere dingen bezig, dat betekent in de praktijk drie kwartier van de 50 minuten whats-appen en af en toe even rechtstreeks met elkaar communiceren over hoeveel bier ze het naderende weekend zullen drinken. Kortom, het was een gezellige treinreis. We kwamen keurig netjes volgens planning aan op het vliegveld en het inchecken ging prima ondanks het , natuurlijk… , overgewicht van mijn koffer. Het vliegtuig is een kwartiertje te laat vertrokken, maar perfect aangekomen in Bilbao en daar zijn we meteen weer in een harington met de bus naar het stadscentrum gebracht. We waren wel benieuwd hoe dat zou zijn afgelopen met die ene jongedame die we met een grote taartstolp als handbagage in het vliegtuig zagen….
Vanuit het stadscentrum , met een mondaine uitstraling als Nice en een onder zeer opmerkelijke architectuur gebouwd Guggenheim-museum (net als het vliegveld van Bilbao van Calatrava) nog een bustocht van een uur door het noord-Spaanse heuvellandschap en we stonden op het station van Vitoria-Gasteiz alwaar we werden opgewacht door Ivan. Hij bracht ons vervolgens naar het verblijf voor de komende 10 dagen, het voormalige stationnetje van het gehucht Otazu net buiten Vitoria-Gasteiz. We hebben de kamer ingericht en zijn daarna via het park waar het ringen plaatsvindt naar Vitoria gereden waar we boodschappen hebben gedaan. Wat een lelijke stad, tenminste het nieuwbouwdeel waar feitelijk een groot deel van deze stad uit bestaat. Torenflats alom en totaal geen laagbouw, grote brede allee-en waarvan je je afvraagt wie hier allemaal gebruik van moeten maken. Op straat overwegend jonge mensen en mensen van diverse allochtone afkomst. Met andere woorden een Bijlmer-effect op herhaling.
Terug op het stationnetje zat daar inmiddels één van de ring-assistenten op ons te wachten. Hij brengt nog 1 nacht op het stationnetje door en gaat dan na het ringen naar huis in de zuidelijker gelegen stad Burgos. Het blijkt een enorm enthousiast vogelaar en vooral vogelfotograaf. Communiceren gaat niet echt handig want hij is alleen Spaanstalig en dat blijft bij mij beperkt tot olé en hola en een paar andere woorden, maar plaatjes zeggen meer dan duizend woorden. Hij wordt ronduit wild op het moment dat ik hem een handfoto laat zien van één van de juveniele zwaar ruiende spreeuwen die we begin September nog op Vlieland ringden. Meteen maakt hij met z’n smart Phone een foto van de foto op het scherm en stuurt deze naar een vriend die op zijn beurt meteen als een wilde reageert. Die vriend blijkt helemaal gek van spreeuwen te zijn, maar hier kennen ze naast de schaarsere gewone spreeuw hoofdzakelijk zwarte spreeuwen en zwaar ruiende juvenielen krijgen ze hier al helemaal niet alledaags in de handen… Het werd al met al een laat en onderhoudend avondje.

Vrijdag 20 September 2013, Vitoria-Gasteiz, parque de Salburua .
Vandaag de eerste vangdag die wij hier gaan meemaken, maar we mochten van onze gastheren uitslapen. De ene helft van de vangploeg gaat de netten opzetten zodat Ivan alle tijd heeft om ons op te halen. We komen om 08 uur in het park aan en kort daarna komt de ploeg ringers aanlopen met de eerste 2 vogels die in de eerste ronde langs de netten zijn gevangen. Oeps, 2 vogels maar… is het eerste dat door ons hoofd gaat. Het gaat om een kleine karekiet en een fitis. De fitis is een behoorlijk fors en bleek exemplaar en ook de ringers hier bekijken de vogel met enige extra interesse. Hij doet mij veel denken aan de exemplaren die wij onlangs op Vlieland vingen. De ringplek bestaat uit een groepje simpel verzamelde gekapte boomstammen en boomstronken die als tafel en stoelen fungeren. Eenvoud, maar het functioneert wel. Rondom de ringplek zitten nog diverse Cetti’s zangers helderop te zingen; de bekende enorm hard knetterende zang die doet denken aan een veel grotere vogel. Als handsoort ken ik ze alleen maar van een jaar waarin we ze op Vlieland hebben gevangen, maar ruiende adulten en jonge vogels met postnuptial rui heb ik nog niet eerder in handen mogen hebben, dat biedt hier kansen dus.
In het vanggebied (dat globaal bestaat uit 3 verlandende meertjes met daaromheen rietlanden, struwelen en bloemenweiden) blijken ook rode rivierkreeften (Procambarus Clarkii), een uit Amerika afkomstige zoetwaterkreeft voor te komen. Ze zitten met meerdere exemplaren met dreigende scharen op de looppaadjes die naar de netten voeren. Het is mij niet duidelijk of deze exoten hier bestreden worden, maar het schijnt dat de vele ooievaars er op foerageren. Probleem voor de autochtone zoetwaterkreeften is dat zij niet resistent zijn tegen de kreeftenpest die de wel resistente rode kreeften bij zich hebben.

Foto: rode rivierkreeft / (Procambarus Clarkii).

De tweede ronde levert net zoals bij ons meer vogels op, ditmaal een stuk of 10. Nog steeds niet veel, maar daar zitten wel een paar voor ons extra leuke soorten bij zoals, inderdaad, daar is ie al, de Cetti’s zanger en een grote karekiet, voor ons niet alledaags natuurlijk.

Foto: grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus).

Meteen wordt ik uitgenodigd om deze ronde een aantal vogels te ringen. Ik ga er eens even goed voor zitten en trek eerst m’n fleecejack maar eens even uit. Meteen daarna begint drie man te grijpen naar een fotocamera en klikt en flitst het om me heen. Ik heb zoiets van : zo bijzonder is het toch niet om een Nederlander te zien ringen? Maar het blijkt om mijn T-shirt te gaan.... ik heb vandaag mijn WRN-shirt aan en daarop staat een grote afbeelding van een visarend ! Ik was al even bang dat de belangstelling naar mij uit ging…..
De volgende 2 ronden leveren weliswaar iets meer op, maar de ringers geven er al duidelijk blijk van dat het vandaag in hun opinie flink tegenvalt.
We vangen ook nog een witgesterde blauwborst, hier een standvogel, maar de populatie wordt in de doortrektijd aangevuld met vogels uit de noordelijke populaties zoals uit Nederland. Ik denk bij deze vangst vooral terug aan de witgesterde blauwborst die we jaren geleden op Vlieland vingen. Die had een Spaanse ring en werd gedurende het seizoen regelmatig teruggevangen. Tijdens het ringen zien en horen we natuurlijk ook wel allerlei soorten zoals een paar grote bonte spechten die continu in de peppels rond de ringtafel zitten te roepen en voortdurend een territoriumstrijd zitten uit te vechten; of zijn er nu al hormmonale factoren in het spel? Het gaat immers om 2 vrouwtjes en 1 mannetje...
In de vroege ochtenduren zien we een stuk of 50 ooievaars die thermiekend van hun slaapplaats in het park vertrekken om in de omgeving hun kostje bijeen te scharrelen en af en toe een vale gier die van de opstijgende winden rondom Vitoria-Gasteiz gebruik maken om omhoog te thermieken. Ook lopen er iets verderop achter de enigste nat staande netten 4 kleine zilverreigers en zitten er vooral opvallend veel krakeenden. De 'sea-netten' staan midden in één van de sterk verlandende meertjes opgesteld rondom een wilgenstruik die als oversprongplek wordt gebruikt door vogels die het meer willen oversteken van struik tot struik. Men heeft de netten niet gespannen tussen gewone mistnetstokken, maar tussen carbon-vishengels. Een erg handige maar kostbare methode om netten in water toch hoog te kunnen plaatsen. In mijn optiek heeft men de twee netten echter net aan de verkeerde kant gezet, nl aan de kant waar je vandaan komt lopen. Als je deze netten aan de achterkant van de struik zou zetten heb je tenminste nog kans om de vogels te vangen die vanuit de struik voor je uit willen vliegen. die vogels zie je nu iedre keer wegvliegen als je het net nadert. Onder het net zwemmen flinke groepen kleine visjes. Het blijken visjes van een niet inheemse soort te zijn die zijn uitgezet om de larven van de malariamug op te peuzelen. Dit kon nog wel eens een goede plek voor ijsvogels zijn....
Om 14 uur zakt het met de vangsten helemaal in en worden de netten gesloten. Op de 'sea-netten' na wordt alles inclusief stokken en spanlijnen opgeruimd omdat men eerder dit seizoen met diefstal van netten is geconfronteerd.
De eerste ringsessie die wij meemaken is meteen de minst succesvolle in terminologie van aantallen. Tja, nodig je Nederlanders uit......

Dagtotalen (nieuw geringd / teruggevangen) :
--------------------------------------------

Fitis 1 / -
Cetti’s zanger 2 / 2
kleine Karekiet 4 / 3
witgesterde Blauwborst 1 / -
grote Karekiet - / 1
Tuinfluiter 2 / 1
Roodborst 2 / 1
Zwartkop 1 / -
Putter - / 1
Zanglijster - / 1
bonte Vliegenvanger - / 1
Koolmees 1 / 1
-----------------------------------------------
Totaal 13 nieuw geringd en 12 teruggevangen,
12 soorten = 25 vogels.


In de resterende middaguren maken we een uitstapje naar het nabij Vitoria gelegen reservaat Mendixurko / rondom het stuwmeer embalse de Ulibarri. Je hebt er uitzicht over het meer vanuit 2 observatiehutten. De eerste, de koolmees genaamd, is opgebouwd uit beton nadat de voorgaande hut tot 6 keer toe is platgebrand uit protest door boeren die geen water meer uit het meer mochten gebruiken nadat het tot een natuurreservaat en stuwmeer voor de drinkwatervoorziening van Vitoria-Gasteiz was uitgeroepen. We hebben een prachtig uitzicht over het meer en zien bruine kiekendieven, grauwe ganzen, aalscholvers, ooievaars, maar vooral circa honderden futen die hier massaal komen om te ruien. Leuk om te zien in zo'n verder gortdroog landschap.

Na het avondeten zijn we nog even opnieuw het park Salburua ingedoken en hebben in één van de schuilhutten de zonsondergang afgewacht met daarbij de binnenkomst van de ooievaars. we kozen voor de schuilhut bij het balsa de Arcaute. We hadden uitzicht op werkelijk een circa 2000 eenden over verschillende soorten. daarbij vooral wilde eenden en krakeenden, maar ook wintertaling en enkele slobeenden en krooneenden. We zien ook een Casarca, ook hier een dwaalgast. Laat in de avondschemer verschijnen de ooievaars. Rustig laag over de kijkhut binnenzeilend als zweefvliegtuigen zetten zij de landing in en verdwijnen achter de met zeggen begroeide eilandjes. In deze zeggevelden zien we ook een bruine kiekendief die diverse pogingen onderneemt om op de hier gevestigde slaapplaats van gele kwikstaarten nog een avondmaaltje te verzamelen. Telkens als hij zich in de vegetatie laat vallen spuiten vele tientallen kwikstaarten in blinde paniek opzij.


Foto's: in afwachting van ooievaars in het balsa de Arcaute.

Zaterdag 21 September 2013, Puerto de Orduna.
Omdat er in de maand September niet meer in de weekenden gevangen wordt (het moet wel leuk blijven....) hebben we 2 dagen volop tijd om de omgeving te verkennen. Vitoria-Gasteiz ligt op ongeveer 500 meter boven zeeniveau in een grote kom binnen een heuvelachtig en bergachtig landschap. Ivan neemt ons vandaag mee naar één van de randen van dei kom, in de omgeving van Puerto de Orduna. We wandelen vanaf het gehucht Unza naar de valle del Nervion, een grote steile kloof van honderden meters diep die in miljoenen jaren door het riviertje de Nervion is uitgesleten in het landschap. De wandeling begint bij een stevig boerenhek waar een bord staat met de waarschuwing voor honden. Voor honden? Dat zit zo.... het bergweidegebied en de omringende bossen herbergen wolven, maar ook landbouwvee. Om hun vee te beschermen tegen de wolven hebben de boeren speciale honden aangeschaft die het vee moeten beschermen tegen de wolven. Probleem is echter nogal eens dat ze dat ook doen tegen mensen..... voorzichtigheid maar vooral omzichtigheid is dus geboden zodra deze honden zich aandienen.
De wandeling begint achter het hek meteen met een tapijt van bloeiend herfststijlloos (Colchicum autumnale). Prachtige bladloze bloemen die in de grond lijken te zijn geprikt door een lokale vvv. Die veronderstelling kan meteen ontkracht worden, want een vvv is hier net zo min aanwezig als een eskimofamilie.

Foto: herfststijlloos (Colchicum autumnale).

De route voert ons al snel door een gemengd eiken- en beukenbos. De bomen zitten hier onder een stevige laag met grijs korstmos waardoor ze voor ons eigenlijk al helemaal niet meer op die boomsoorten lijken. Op een paar plekken hoor ik nog de voorzichtige zang van een paar vuurgoudhaantjes. Daarna dienen zich al snel de eerste voorboden aan van de vogelsoorten die we verderop kunnen verwachten, alpenkraaien. Luid roepend laten ze hun soortgenoten op afstand weten dat ze ons gespot hebben. Eerst zijn het er twee, maar korte tijd later vliegen er al een stuk of 10 boven ons.
Nadat we het bos verlaten klimt het pad verder omhoog door een open vallei met hier en daar gaspeldoornstruiken en jeneverbessen. Daar treffen we al snel meerdere graspiepers, maar vooral roodborsttapuiten en zwarte roodstaarten. Die soorten zouden ons de verdere tocht vergezellen waar ook maar struiken stonden. Na de vallei bereiken we een hoogvlakte waar vlak naast het pad de steile afgrond naar de vallei ligt. En opnieuw laten alpenkraaien weer van zich horen. Vanaf hier zien we ook regelmatig vale gieren over het randje komen zeilen. Op amper 30 meter afstand komen ze ineens met suizende vleugels over de rand van de afgrond. In korte tijd zien we er zo tientallen passeren, wat een imposante vogels zijn het toch.


Foto's : vale gieren (Gyps fulvus).

Foto: uitzicht over de vallei vanaf de rand van de kloof richting Puerto de Orduna.

We lopen langs de gehele rand van de kloof en genieten van de vele tientallen alpenkauwen die luidruchtig aan het spelen zijn met de langs de rotswanden opstijgende wind. Een tiental kilometers verderop proberen een tiental exemplaren van de homo sapiens deze vogels op een onbehouwen manier na te bootsen met behulp van parapentes. Verder wanen we os naast een paar andere wandelaars aan de overkant van de kloof in een mensenloze wereld waar e enigste geluiden worden geproduceerd door de wind, de vogels en het gerammeld van schapen, koeien en paarden die hier allemaal van de bekende koperen bellen voorzien zijn. Onderweg zien we ook nog een paar maal raven en laat zich een man torenvalk een aantal malen mooi bekijken. Om aan de overkant van de kloof te komen moeten we een stukje afdalen door de droogstaande bedding van het riviertje de Nervion. Volgens Ivan zou dit riviertje normaal gesproken in deze tijd toch wel een beetje water moeten voeren. Het is er nu net zoals op vele andere plaatsen gortdroog. We zien wel tientallen blauwvleugelsprinkhanen die gretig gebruik maken van de vele tientallen meters extra steenoppervlak die ze nu beschikbaar hebben. De sprinkhanen blijken weer uit te munten in camouflage, je ziet ze alleen maar als ze opvliegen.


Foto: blauwvleugelsprinkhaan (oedipoda caerulescens).

Aan de overkant van de kloof aangekomen houden we een lunchstop (genieten van stokbrood met Baskische schapenkaas) en overwinnen we onze angsten door toch ook even op het uitkijkpunt te gaan staan dat met hier heeft geplaatst op de rand van de kloof. wat zeg ik, op? OVER de rand van de kloof ! Over de reling kijk je een gapend gat van 400 meter in... ik hou het toch maar kort, want de bouwkunsten van die zuid-Europeanen....
Voordat we terugwandelen bezoeken we nog even de reconstructie van de grote prehistorische wolvenval die hier is aangetroffen, een indrukwekkend bouwwerk van 2 kilometerslange muren die uiteindelijk naar elkaar toelopen en eindigen in een diepe kuil waar menig wolf in aan zijn eind zal zijn gekomen.

Foto: de herdershonden laten sporen na waar blauwtjes verzot op zijn....


Foto: vale gieren (Gyps Fulvus) over de kloof heen gefotografeerd door de verrekijker.

Foto: witbandzandoog (Brintesia circe).

Later meer.....