donderdag 7 april 2011

Eerste controle op de Buunderkamp, Wolfheze

Vanmorgen naar de Buunderkamp gefietst voor de eerste ronde langs de kasten die ik daar voor het NIOO volg. De bezetting van de nestkasten bleek hier vergelijkbaar met de Hoge Veluwe, maar hier trof ik in tegenstelling tot daar vandaag WEL eieren aan in de kasten. Het waren er niet vee, slechts 1 legsel van een boomklever, maar toch is het de drempel naar de volgende fase in het broedseizoen.
Ik trof vandaag precies aan de rand van het terrein ook een slaapboom van een boommarter aan. Ik zetten nietsvermoedend mijn fiets tegen die boom om naar een nestkast te lopen, en zag toen dat ik midden door een latrine met keutels liep. deze plek was meer dan een meter in doorsnede en er lagen wel zeker 100 keutels. Naast de keutels ook resten van honingraten. Ik weet niet of die ook worden gevreten door boommarters, het kan evengoed ook zo zijn dat de marter deze uit de holte heeft verwijderd om in de holte ruimte voor zichzelf te maken.

Foto: latrine met keutels boommarter en honingraten.

Na mijn vondst heb ik meteen maar even met m'n collega gebeld om te adviseren om op de werkplaats meteen maar marterwerende korfjes te laten maken. Het is echter nog even afwachten of deze marter net als op de Hoge Veluwe de nestkasten zal gaan bezoeken want dat hoeft lang altijd niet per definitie te gebeuren. We zullen zien wat er gebeurt. Verder is het natuurlijk ook afwachten of de slaapboom ook een nestboom zal blijken te zijn.

woensdag 6 april 2011

Zijn de sijzen weg?

Vandaag was alweer het laatste deel van het nestkastengebied op de Hoge Veluwe aan de beurt om gecontroleerd te worden. In dit gebied hadden we de laatste 2 seizoenen de vroegste legsels, dus de verwachting vandaag dan toch de eerste eieren aan te treffen waren groot. Het is afgelopen nacht kennelijk goed vertrekweer geweest want van alle sijzen en vinken die ik afgelopen dagen in het park zag was hoegenaamd niks meer aanwezig; vooral de afwezigheid van de sijzen viel op, ik heb er niet één meer gezien of gehoord. Precies in de hoek van het bos waar ik gisteren 2 bonte vliegenvangers hoorde zat vandaag een bonte vliegenvanger die in ieder geval een ander kleed had dan de vogel die ik gisteren bij een naburige nestkast zag. En dit was de eerste vogel die ik heb horen zingen! Vermoedelijk gaat het hier om dezelfde vogel die gisteren een eindje verderop zat te roepen maar die ik niet kon terugvinden toen ik ging kijken. Deze verwachting wordt vooral gestaafd vanwege het feit dat bonte vliegenvangers vrijwel nooit beginnen met zingen op de eerste dag dat zij in een gebied aanwezig zijn. Wat vandaag enorm opviel was dat hier de komende tijd (volgend winter?) nog meer bomen gekapt gaan worden dan in de overige bosvakken. Het gehele nestkastenterrein is aan de beurt om gedund te worden en wellicht zelfs de gehele zuidelijke rand van het park. Een duidelijke doelstelling zie ik er vooralsnog niet in want er is van alles gemarkeerd, van dun tot dikke bomen en van dode bomen tot misvormde bomen. En nu al zijn er op meerdere plaatsen krentenboompjes afgezet, maar dat heeft vooral te maken met het feit dat er hier voor gekozen wordt om goed doorzicht in het bos te hebben. Persoonlijk betreur ik dit zeer want samen met de meidoorn en vlier behoort de krent tot mijn favoriete bomen/struiken. Het gaat dus in ieder geval niet alleen om houtproductie. In de meeste vakken gaat er ongeveer een kwart tot een derde van de bomen uit, maar er zijn ook vakken waar zeker de helft geveld gaat worden. Dat is ingrijpend en het kan niet anders dan merkbare invloed op de toekomstige vogelstand hebben...

Foto: voor kap gemarkeerde bomen.

Foto: landingsbaan? Nee, geklepeld voormalig broedhabitat fluiter en boompieper.

Op maar liefst 8 verschillende plekken hoorde ik zwarte mezen zingen, maar net als gisteren trof ik niet één kast aan waar overduidelijk een nest van zwarte mees zat. Ze zijn dus zeker weer later dit jaar. En dat geldt vooralsnog ook voor de andere soorten want ook vandaag trof ik uiteindelijk nog geen eieren aan. Wel nesten die al volledig af waren maar de vogels lijken nog te hebben gewacht op het juiste moment. Dat kan echter met het huidige weer vast niet lang meer duren. De bezetting van de kasten kwam vandaag met 59 van de 140 kasten uit op 41%. Daarbij 2 nesten van boomklevers, en van zowel koolmees als pimpel 4 nesten die al geheel klaar waren. Bij één nest van laatstgenoemde soort waren de vogels zo fel in het bewaken van het nest dat ik van zowel de man als de vrouw de kleurring-combinatie heb kunnen aflezen. In maar liefst 39 kasten lag slechts een klein beetje of veel materiaal, maar was er nog geen sprake van een half nest.
Ik heb het sperwerbosje in dit deel van het terrein ook nog bezocht. Het aantal poepspetters onder de bomen was hoopgevend voor een bezet territorium, maar ook dit bosje ontkomt niet aan stevige dunning. Het is dus maar de vraag of er hier volgend jaar nog sperwers broeden, gedragscode zorgvuldig bosbeheer of niet.... Ook voor dit jaar is het afachten of het tot een broedgeval zal komen want ik trof een plukplek waar een adulte sperwerman was geslagen en opgevreten door een havik. Afwachten dus of de vrouw die er kennelijk nog zit nog een nieuwe partner zal hebben kunnen vinden.

Foto: gepredeerde adulte sperwer-man.

dinsdag 5 april 2011

Meer bonte vliegenvangers

Vandaag het gebied gecontroleerd waar ieder jaar de hoogste dichtheden bonte vliegenvangers zitten. Daar kun je na de aankomst van de eerste exemplaren gedurende de voorgaande dagen dan wel wat verwachten. En dat gebeurde want ik was nog niet in het betreffende gebied aangekomen of ik zag er al één op de deksel van één van de nestkasten zitten. Ditmaal was het een heel bruine vogel, Drostscore 6 op de schaal van 7. Terwijl ik naar de vogel stond te kijken hoorde ik een eindje terug een ander exemplaar gelijktijdig roepen. Nadat ik een paar nestkasten had gecontroleerd trof ik de eerder waargenomen bonte vliegenvanger opnieuw, maar nu bij een andere nestkast. Daar ging hij aan het vechten met 2 vinkenmannen die onderling ook al aan het vechten waren. Dat toont maar weer mooi aan dat de mannen van de bonte vliegenvangers al heel snel na aankomst territoriaal worden en een in hun ogen geschikt habitat gaan verdedigen. Net voor mijn waarneming trof ik mijn Spaanse collega Ivan de la Hera die samen met zijn assistentes net vandaag aan zijn eerste ronde voor het scoren van de aankomst was begonnen. Hij had de hele ochtend door het gebied gelopen en tot deze vogel nog niks aangetroffen, ook niet op de plekken waar ik gisteren de eerste 2 vogels zag. Het was er vandaag echter ook niet echt een goede dag voor want het leek wel winter. Gure harde wind, zware bewolking en af en toe enkele spetters regen waren ons deel en dat weer maakt de vogels ook veel stiller. Na 7 weken Ghana kan ik er over meepraten hoe groot de overgang ook voor de bonte vliegenvangers moet zijn... In het bos zitten nog opmerkelijk hoge aantallen sijzen nadat Maart in Nederland al een maand schijnt te zijn geweest met hoge aantallen. Zeker hier op de Hoge Veluwe is het niet normaal om in ieder bosvak waar je komt sijzen te horen en/of te zien. Verder zitten er nog mooie groepen vinken en enkele kepen te foerageren op de bosbodem en op één van de vers ingezaaide akkers waar ook maar liefst 25 holenduiven rondliepen. Ook zag ik nog 6 kauwtjes in een rechte lijn pal zuid over het bos vliegen. Even opmerkelijk want kauwtjes zie je hier nooit; zeer waarschijnlijk trek dus.
De bezetting van de nestkasten was in dit deel van het onderzoeksgebied vandaag een stuk hoger dan gisteren. Ik controleerde 92 kasten en daarvan was in 54 kasten nestbouw gaande. Dat is maar liefst al 59%. In veruit de meeste gevallen betrof het slechts het begin van nest bouw, maar er waren ook 3 compleet afgewerkte nesten van koolmezen waar maar zo morgen het eerste ei in kan liggen. Ik hoorde in het terrein net als voorgaande dagen best wel weer een aantal zwarte mezen, maar ook vandaag trof ik nog geen nesten die overtuigend op nesten van zwarte mezen leken. Het wordt zeer waarschijnlijk weer een seizoen waarin de boomklevers vroeger zijn dan de zwarte mezen, een fenomeen dat we in het verleden nooit meemaakten.

maandag 4 april 2011

De eerste nestkastenronde op de Hoge Veluwe.

Eergisteren hebben we de caravan naar de camping gebracht en vervolgens zijn we gisteren begonnen met de eerste controle van de nestkasten van het NIOO in het park de Hoge Veluwe. We hebben 143 kasten gecontroleerd en daarvan waren er al 55 actief in gebruik. Daarbij 7 complete koolmeesnesten, 4 complete boomklevernesten en 4 complete pimpelnesten. De bezetting in dat deel van het park was dus 38% in gebruik.
Vandaag vervolgens het tweede deel van het terrein gecontroleerd. Daarbij op 73 kasten slechts 22 kasten actief waarbij slechts 1 compleet nest van een koolmees; in dit terreindeel dus een bezetting van 16%. Vandaag zag ik tevens de eerste bonte vliegenvangers in het terrein dat we gisteren gecontroleerd hebben. Tijdens het voorbijfietsen hoorde ik een kort roepje dat mijn gedachten meteen weer terugbracht naar Ghana en op het moment dat ik stopte zag ik meteen een bonte vliegenvanger die aan het rollebollen was met een koolmees, vlakbij de nestkast waar ik 2 jaar geleden ook de eerste bonte vliegenvanger zag. Het was een behoorlijk donker gekleurde man maar ik heb niet kunnen zien of hij geringd danwel gekleurringd was want hij was toch nog behoorlijk schuw en liet zich niet goed genoeg bekijken. Een half uurtje later zag ik er nog één in het terrein dat ik vandaag moest controleren. In Drenthe bleken in de onderzoeksterreinen van de RUG gisteren al de eerste bonte vliegenvangers te zijn gezien en meldde Christiaan Both vandaag dat er daar al zeker 10 zaten. Deze waarnemingen zijn weliswaar 5 dagen later dan vorig jaar, maar het blijven vroege waarnemingen. We zullen zien hoe lang het duurt voordat de volgende golf zich aandient... Verder vandaag nog een fanatiek zingende veldleeuwerik boven het Aalderinksveld, een kekkerende havikvrouw en diverse zingende fitissen op de inmiddels flink dichtgroeiende kapvlaktes waar nu opslag staat van ongeveer 7 jaar oud; daar houden ze van.

zondag 3 april 2011

VERSLAG BONTE VLIEGENVANGER-EXPEDITIE GHANA 2011 ; 7e WEEK.

Onze laatste week en dus het laatste verslag van deze expeditie.

Woensdag 23 Maart 2011; Accra.Na een bloedhete nacht (de stroom viel gisteravond uit en de ventilator dus ook) ontwaakten we vanochtend met het gezang dat iedere ochtend van de moskeeën over de steden en dorpen wordt uitgestrooid. Nu was het opmerkelijk genoeg een vrouwenstem en de vrijwel ononderbroken zang hield zeker 30 minuten aan, voor ons onverstaanbaar maar indrukwekkend. Later merkten we dat op ongeveer 200 meter van de guesthouse de grootste moskee van Accra staat. Omdat de temperatuur vandaag weer tot extreme hoogten opliep hebben we het erg rustig aan gedaan en dat was maar goed ook na de toch wel vermoeiende reis van gisteren. ’s Middags zijn we een eindje op pad gegaan om de stad in de omgeving van de guesthouse te verkennen.
Na het drinken van een pilsje bij een restaurantje was het leuk om te zien hoe ze zich hier met de inrichting zo grootsteeds en modern mogelijk wilden profileren, maar waar om de hoek het eten nog gewoon op een traditioneel houtvuurtje werd bereid en werd uitgeserveerd op de zwart aardewerken schalen die je op het platteland overal verkocht ziet worden. En op de tafels natuurlijk weer de afwasteiltjes met het knijpflesje afwasmiddel voor je handjes… We zagen vandaag heel wat boerenzwaluwen over de stad vliegen en aan het eind van de middag zag ik midden in de stad zelfs een koekoek voorbij komen. Accra ligt pal aan de kust en dus midden in de route van gestuwd passerende trekvogels die de kustlijn volgen naar het westen om later naar het noorden bij te buigen. We hebben vanavond afscheid genomen van de Ghanese keuken middels een heuse splurge in een prima restaurant met een heerlijk bord fried rice met een zeer waarschijnlijk uit Holland afkomstige uitgebeende en gepaneerde kip met een heerlijke salade voor mij en voor Peter tevens fried rice maar dan met een in z’n geheel gebakken vis waarvoor je bij ons in een aquariumwinkel al snel 100 euro neertelt….. Echt genieten van vers bereid voedsel zoals we alleen een paar maal tijdens de laatste periode in Kintampo hebben mogen ervaren.
Bij het begin van de avondschemer hebben we bij de guesthouse nog enorm kunnen genieten van de honderdduizenden fruitbats die vanaf de slaapplaats bij één van de ziekenhuizen in de stad iedere avond naar de heuvels buiten de stad vliegen. Het is één van de grootste vleermuizensoort van Ghana. Geruisloos als uilen vlogen ze gestaag in dezelfde richting. Het spectaculaire zat hem dan ook vooral in de massaliteit van deze trek en dan helemaal het feit dat je ze zag vliegen over zo’n breed front dat je het eind er in alle richtingen niet van kon zien. Een mooie afsluiter van deze 7 weken durende expeditie waar ik met wisselende, maar vooral toch wel positieve gevoelens op kan terugkijken. Ik ben zeer benieuwd hoeveel vogels de rest van de deelnemers (die achterblijven en doorgaan tot het moment dat er geen bonte vliegenvangers meer worden waargenomen) de komende weken nog kunnen vangen en/of aflezen.

Dinsdag 22 Maart 2011: van Kintampo naar Accra.
Nadat George eerst Janne en Japheth naar het onderzoeksplot heeft gebracht (Niels en Mariel zijn afgelopen nacht aan het overgeven gekomen en liggen nu lijkbleek op bed) hebben we afscheid genomen van Kwame, onze aardige gastheer op het Prince of Peace guesthouse en zijn we met George naar het busstation vertrokken. Daar aangekomen was er nog totaal geen activiteit te bemerken en waren de marktvrouwen nog druk bezig hun handelswaar op de kraampjes uit te stallen. We installeerden ons met de bagage op de bankjes bij het kantoortje van de busonderneming en wachtten op wat komen ging. Met het verstrijken van de tijd begonnen zich meer mensen te melden, waaronder een jongetje die een oude dame in mooie traditionele kleding aan de arm begeleidde. De dame bleek blind te zijn en aanvankelijk dachten we dat ze ook met de bus mee zou moeten. Maar nee, de reden dat zij ook in het wachthokje ging zitten was van een andere aard. Op het moment dat de eerste intercity-bus toeterend aan kwam rijden werd ze weer aan de arm meegenomen en plaatste het jongetje haar met een metalen schaaltje in de hand naast de ingang van de bus. Ze bleek blind te zijn en de gelegenheid van de wisselende busreizigers aan te grijpen om te bedelen.
Ruim een uur later dan ons voorgespiegeld was (het blijft GMT, Ghanian maybe time) kwam als tweede de bus aanrijden die ons naar Accra moest gaan brengen. Van alle kanten kwamen de vrouwen met hun bakken met brood, bananen en eieren aangesneld om hun handelswaar te slijten. George loodst me het kantoortje in en na veel moeilijk en onduidelijk heen en weer gepraat over het niet verstrekken van een betaalbevestiging, laat staan wisselgeld, kunnen we onze bagage naar de bus brengen en instappen. Op de bussen zitten altijd 2 chauffeurs waarvan er één je plaats aanwijst. En natuurlijk krijgen we, nadat Hanneke al de tip had gegeven om niet helemaal achterin te gaan zitten, een plaats aangewezen op, juist ja, de achterbank…. In ongeveer 10 minuten tijd (waar komen al die mensen dan ineens vandaan…) zit de bus vol en kunnen we precies om 10 uur vertrekken. Het is een prima bus die nog zo goed als nieuw is, van airco is voorzien en 2 televisieschermen heeft waarop onderweg speelfilms van de indrukwekkende Ghanese pulpfilm-kwaliteit worden vertoond.
Maar ja, dan kan die bus wel zo prima van kwaliteit zijn, als de chauffeur bij herhaling de verkeersdrempels en potholes over het hoofd ziet, komen de klappen net zo hard aan als bij een oude aftandse bus zonder schokbrekers… Diverse malen gaat het zo hard dat ik zo goed als rechtop sta en met een smak weer in m’n stoel beland.
Het is echter toch wel een leuke manier van reizen, want het hele Ghanese landschap en de samenleving met een aaneenrijging van dorpen trekt aan je voorbij en onderweg kom je ogen tekort bij het zien van alle voor ons ondenkbare situaties, zoals stapels auto’s, auto-onderdelen, koelkasten, tv-toestellen en computermonitoren die gewoon in het zand en stof staan. Om nog maar te zwijgen over de kraampjes waar een koe of geit wordt geslacht en uitgebeend teneinde tegen de avond op een grill te belanden. Maar natuurlijk ook weer kindertjes die in modderplassen zitten te spelen, op een vuilstort naar bruikbaar spul zitten te zoeken of op het dorre, stoffige schoolplein aan het voetballen zijn.
Daarnaast onderweg ook mooie stukken met nog grotendeels authentiek bos met torenhoge bomen, maar ook stukken waar je de tranen haast bij in de ogen springen als je ziet hoe het bos onttakeld wordt door massale houtkap voor houtskool of landbouw of brandstichting. De grootste sluipmoordenaar voor de bossen is hier toch wel de amper opvallende maar gestaag doorgaande dunning van bossen voor het sprokkelen van takken en productie van houtskool omdat iedereen hier nog dagelijks kookt op houtvuur of houtskool en dan heb je het over de dagelijkse behoefte voor 24 miljoen mensen. De bevolking is, nadat vorig jaar een volkstelling werd gehouden, in 10 jaar tijd toegenomen van 20 naar 24 miljoen; en daar komt nu in het westen ook nog eens een vluchtelingenstroom vanuit Ivoorkust bij waar al één miljoen mensen op de vlucht zijn geslagen vanwege onrust doordat een weggestemde president zijn zetel niet wil inleveren. Vogels zien we niet veel, maar Peter heeft toch nog wel een bateleur gezien en verder zijn het hoofdzakelijk pied crows en black kites. We maken onderweg 2 tussenstops van een kwartier waarin we de benen kunnen strekken en even snel een gegrilde kippenpoot met frieten van yam naar binnen kunnen werken. De bus neemt in het heuvelachtige gebied ten noorden van Accra duidelijk een andere route dan we op de heenweg hadden want we rijden gedurende meer dan een uur over een stuk maanlandschap waar de weg door Chinese wegenbouwers is weggebroken om een nieuwe weg aan te leggen. We passeren daarbij ook een viaduct dat dwars door een dorp aangelegd wordt en waarbij de eerste mensen al hutjes aan het bouwen zijn onder de eerste pijlers die geplaatst zijn. Langs het hele tracé zijn tientallen hutjes gemarkeerd met het opschrift remove, en dat is niet de naam van het huis…. Na een reis van 9 uur komen we in het donker aan op het centrale busstation van Accra, alwaar zich meteen een legertje taxichauffeurs gretig op de passagiers stort om klanten te werven. We hoeven er dan ook niets voor te doen om een ritje te krijgen en de bagage ingeladen te krijgen. Een kwartier later staan we al bij de poort van Mary’s immaculate home, het guesthouse waar we op de heenweg ook een nacht naar tevredenheid hebben doorgebracht.

Maandag 21 Maart 2011: Kintampo, een dagje vrijaf.
Voor Peter en mij zit het actieve deel van deze expeditie er op. We hebben vandaag ter voorbereiding op het naderende vertrek richting Accra vrijaf genomen van het veldwerk en zijn met George de omgeving maar wat ingetrokken want we willen na het bezoek aan de watervallen vorige week nog even iets meer gezien hebben dan alleen het stuk dat we heen en weer rijden tussen het onderzoeksplot en Kintampo. Janne vertelde dat er een klein stuk voorbij het plot nog een bosreservaatje langs de weg moest liggen.
Rob Bijlsma en Christiaan Both hadden daar in 2009 ook gekeken naar geschiktheid voor onderzoek. We zijn ter plaatse geweest en kwamen alleen maar terecht op eindeloze stukken teakplantage. Op één plaats hebben we de hoofdweg verlaten en zijn een klein zijpad ingereden om te kijken of we misschien niet achter zo’n plantage moesten zijn. Maar na een kilometer rijden en ook nog een stuk lopen gaven we die hoop op. We troffen zelfs al weer plekken in de teakplantage aan waar de teak al illegaal werd gekapt om er houtskool van te stoken. We troffen zo’n smeulend vuur aan en iets verderop een plek waar de zakken werden gevuld. De werkers waren er kennelijk snel vandoor gegaan op het moment dat ze ons hoorden want hun kleren hingen nog over de takken. Weer iets verderop lag één van de laatste woudreuzen die gekapt zijn voor de aanleg van de plantage dwars over het pad. En weer was van de hele boom slechts een stuk van amper 5 meter lengte gebruikt voor plankhout. De rest van de majestueuze boom lag weg te rotten. Op weer een nadere plek was men tussen de teakbomen begonnen met het kweken van yams en cassave en werden daar ook gewoon de teakbomen doodgebrand.
Voor ons was hier duidelijk niets te beleven want teakplantages blinken uit in stilte op gebied van vogels. De bomen zijn exoten en er zijn nog geen soorten die zich aangepast hebben om iets met deze boomsoort te kunnen doen.
Na dit bosbezoek zijn we teruggereden naar Kintampo en hebben onszelf getrakteerd op een sandwich-ontbijt met een lekkere kop oploskoffie in het hospital-eethuisje. Dat is nog eens iets anders dan 7 weken lang biscuitjes en water in de bush… het voelt als totaal zwelgen in luxe. Daarna zijn we tot voorbij de Kintampo waterfalls gereden en hebben daar een paadje opgezocht om te kijken of daar het riviertje terug te vinden zou zijn. Dat was het inderdaad. Het bleek best een leuk valleitje te zijn met echter ook hier wel weer de volop in bedrijf zijnde eindfase van de onttakeling van het bos. Ook hier aanleg van yam- en cassaveveldjes, tot op de oever van de rivier. Hier toch nog wel in totaal ongeschikt lijkend habitat 2 roepende bonte vliegenvangers weten te traceren en in beide gevallen kunnen vaststellen dat het om ongeringde vogels ging. Verder een paartje blue-bellied rollers gezien en een roofvogel die van een kaal stuk rots omhoog kwam waar hij/zij een prooi had weten te bemachtigen. De vogel ging een meter of 20 voor mij in een boom zitten en toen bleek dat het om een Gabar goshawk te gaan. Toch mooi op het eind nog een waarneming van een nieuwe soort voor deze reis. Bij het riviertje, waar precies op het punt waar de oever voor ons bereikbaar was een stroomversnelling zat, zagen we op de kale rotsen meerdere soorten vlinders die flink actief waren om te foerageren op de resten van enkele papaya’s die mensen hier hadden zitten eten. Er zaten een paar prachtige soorten bij die ik hier nog niet eerder heb gezien, maar die veel te druk en actief waren om er een fatsoenlijke foto van te maken, laat staan de soort proberen te herkennen. Vervolgens zijn we nog even op het marktplein van de yammarkt geweest. Nee, geen markt waar ze potten jam verkopen maar waar vrachtwagens volgeladen worden met de grote aardappelachtige wortels om vervolgens op transport naar allerlei uithoeken van het land getransporteerd te worden.
Tijdens het maken van een paar foto’s werd aan Peter gevraagd of hij soms ook uit Libië kwam. In het licht van de actualiteit is dat een land dat kennelijk voor een eerste ingeving zorgt bij het zien van iemand die niet blank, noch zwart is.
Als afsluiter zijn we naar het eethuis geweest en hebben daar, terwijl de temperatuur alweer richting de 40 graden ging, genoten van een heerlijke fles ijskoud bier.
’s Middags hebben we de spullen uitgezocht, wat kan blijven en wat moet mee, de laatste ringgegevens en habitatfoto’s zijn op stick gezet voor Janne en gezamenlijk hebben we van een afsluitend etentje genoten in het hospital-eethuisje.

Zondag 20 Maart 2011: Kintampo, samenvoeging.
Vanmorgen zijn we extra vroeg vertrokken omdat we al wisten dat we ook vroeger zouden moeten stoppen. George moet vandaag immers de andere ploeg ophalen uit Damongo.
Janne, Mariel en Niels komen ons vergezellen op onze laatste 2 dagen voordat Peter en ik naar Accra vertrekken. De ploeg is dus vanaf vanmiddag nog even compleet.
We hebben vanochtend weer gevangen in het eerste van de onderzoeksplots bij Kintampo.
En dan in het weelderigst begroeide deel waar je nog een beetje het gevoel krijgt hoe het regenwoud er moet hebben uitgezien. Als ik aan Japheth vraag waarom er in dit stuk bos veel minder is en wordt gekapt komt het antwoord dat dit stuk bos niet eens onder het bosreservaat valt maar nog van een oude dorps-chief is die zuinig is op het bos. Het toont maar weer eens aan dat de invloed en macht van zo’n chief nog altijd veel groter is dan die van een overheidsorgaan dat op afstand regeert en nooit eens een persoon het veld instuurt om te gaan handhaven. Gek hè, het is hetzelfde proces overal op de wereld, hoe arm een land ook is, er worden kapitalen in bijvoorbeeld handhaving van verkeersveiligheid gestoken maar onze groene longen laten we onder onze ogen slopen zoals een zware roker z'n eigen lijf.

Het is weer een stille ochtend, ondanks het feit dat we toch 4 netten op plaatsen hebben kunnen zetten waar we vogels hoorden. Tijdens het plaatsen van één van deze netten hoorden we op erg korte afstand nog een tijdje een nachtzwaluw ratelen. Deze moet ergens in de dikke strooisellaag onder één van de hol gegroeide lianenstruiken hebben gezeten. Van al die soorten die er zijn blijven alle nachtzwaluwgeluiden toch wel erg tot de verbeelding spreken moet ik zeggen….
We vangen vanochtend weer geen bonte vliegenvangers, hoewel we wel Mr. Blue-alu-blue voor de zoveelste keer kunnen aflezen en ik vlak bij deze erg honkvaste man nog een ongeringde man weet te traceren die hoog in een Afrikaanse berk zit te roepen en daarbij gedurende 10 minuten niet één keer van z’n plek komt, laat staan wingflap-bewegingen maakt. Vlak voor één van de rondjes langs de netten maak ik nog een terloopse opmerking dat het al heel wat dagen geleden is dat we een nieuwe soort hebben gevangen, en wat gebeurt er vervolgens: precies, we vangen er één. Het is het vrouwtje van de green-headed sunbird, één van de weinige sunbird-soorten waarvan de vrouw ook erg kleurrijk is en ook de parelmoerglans heeft, zij het natuurlijk in mindere mate dan het mannetje want verschil moet er blijven….
Ik loop nog een eind door het bos rond en merk een scherpe scheiding waaruit je mag concluderen dat hier het bosstuk van de chief eindigt want abrupt sta je op een opengehakt en platgebrand stuk bos dat inmiddels in een yam-veld is veranderd. Onder een mangoboom tref ik een vuurplaats met oude potten en pannen aan waarnaast een stapel pootgoed ligt. Ik neem een yam mee om eens te kijken of we die thuis aan de gang kunnen krijgen zoals 2 jaar geleden zo goed slaagde met de pit van een avocado, daarvan staat thuis nu een boom van bijna 2 meter hoog in de huiskamer.
Als laatste vangen we vlak voor het opruimen nog een nieuwe soort, een green hylia, een vogeltje dat veel doet denken aan de noord-amerikaanse roodoogvireo. Japheth weet te vertellen dat deze soort hier bij vogelstropers de reputatie van een nar heeft. Hij zou bij een val gaan zitten alarmeren alsof er een vogel in de val zit, daarmee de stroper lokkend om te gaan kijken, die dan vervolgens een lege val aantreft….
Om half twaalf zijn we terug op het guesthouse waarnaast de kerk inmiddels meer dan volgelopen is voor de eerste van vele Zondagsdiensten. De achterdeur van het kerkgebouw staat open en buiten zitten nog 3 rijen mensen keurig in het gelid de dienst te volgen omdat het binnen mudjevol zit. Daar kunnen kerkgenootschappen in Nederland alleen nog maar van dromen.
Bij het uittrekken van de wederom drijfnatte schoenen blijk ik in één van m’n sokken weer eens een teek te hebben zitten; slechts één van de vele steekbeesten waar je hier door wordt lastig gevallen, maar teken komen hier duidelijk bij lange na niet zoveel voor dan bij ons in Nederland. Het is voor mij pas de derde die ik deze expeditie op mij aantref.
Ik gebruik de middag om de laatste resterende biometrische gegevens van de geringde vogels in te voeren en file van de meest recente waypoints van de netlocaties bij te werken. We hebben inmiddels op 243 plaatsen een netopstelling gehad. Dat heeft tot nu toe geresulteerd in 43 nieuw geringde vogels en 5 terugvangsten waarvan 1 vogel uit 2009.
’s Avonds eten we weer gezamenlijk in het eethuisje in het centrum van Kintampo.
Japheth is inmiddels weer in een opperbeste stemming en heeft nadat ook hij een paar dagen aan het kwakkelen is geweest, vooral met een verkoudheid, zijn schaterlach weer terug.
Ik zal zijn oprechtheid, hartelijkheid en rechtvaardigheidsgevoel gaan missen, we hadden geen betere begeleider kunnen treffen.

Zaterdag 19 Maart 2011: Kintampo.
Vanmorgen voor het eerst weer mee geweest met het ochtendvangen. Het was nog zwaar bewolkt na de regen van gisteravond, maar de vegetatie was inmiddels al weer helemaal droog. Op het moment dat we het pad opliepen dat naar de vanglocatie leidt stonden er al sporen van een tractor in het zand. Later op de ochtend zou blijken dat die tractor met een grote kar volgeladen met illegaal gestookt houtskool terugreed.
We hebben onze netten op 4 vangplekken kunnen opzetten, 2 locaties waar eerder vogels gezien waren door Japheth tijdens zijn resightings-ronde, de locatie waar gisteren een vogel tijdens het meten ontsnapte en een locatie waar we eerder 2 mannen zagen vechten. Het is wederom een stille ochtend met weinig activiteit in het veld. Ik hoor vandaag maar twee maal een fitis zingen en dat is wel tekenend voor de verandering die de afgelopen twee weken bij de fitissen is opgetreden. Een aanzienlijk deel zal al wel vertrokken zijn want van het uitgebreide zangkoor dat we twee weken geleden nog hoorden is niets meer over en de zichtwaarnemingen zijn ook al flink afgenomen.
In de eerste ronde die we langs de netten maken vangen we meteen een bonte vliegenvanger, een terugvangst van een vogel die op 8 februari was geringd. Het gewichtsverschil was slechts 0,2 gram t.o.v. de ringdatum dus die heeft echt nog geen korte termijnplannen, al was de rui inmiddels al vergevorderd. In tegenstelling tot het oordeel op de ringdatum bleek het een mannetje te zijn waarbij nu duidelijk de aanzet tot een voorhoofdsvlek te zien was en waarbij op de bovenstaart-dekveren ook 1 zwarte veer was uitgegroeid; 2 determinatiekenmerken die toen nog niet zichtbaar waren…
Later op de ochtend vangen we nog een tweede bonte vliegenvanger, ditmaal een ongeringde vogel.
Ook bij deze vogel is de rui inmiddels vergevorderd en zal over ongeveer een week het opvetten wel kunnen beginnen. Het feit dat we zoveel donkere mannen zien en vangen en het gegeven dat de rui nog niet afgerond is geven meer en meer voeding aan de vermoedens dat we hier aan een populatie van de noordelijke dan wel oostelijke origine zitten te meten.
Verder vangen we nog slechts 1 andere vogel, een blue-spotted wood dove. Als we na het opruimen van de netten teruglopen naar de auto zien we midden op het pad een zak met houtskool liggen; bij het terugrijden van de tractor zag ik al wel dat de achterkant van de lading al helemaal aan het onderuitzakken was. De laatste paar 100 meter naar de auto zijn voor mij met m’n huidige conditie nog wel een strijd; de pijp is weer volledig leeg.
Als we op het guesthouse terugkomen neem ik een flinke verkoelende Afrikaanse douche en duik na het eten meteen het bed in om in een slaap te vallen waar ik om 17:15 uur pas weer uitkom.
’s Avonds kopen we in het centrum even een paar avocado’s voor bij het eten en zien voor onze ogen een stel marktkoopvrouwen die het stevig met elkaar aan de stok krijgen. Het gaat er verbaal stevig aan toe, al hebben we natuurlijk geen idee waar het allemaal om te doen is. Na tussenkomst van een paar potige vrouwen van een andere kraam druipt de vrouw waar het kennelijk allemaal om te doen was onder luid verbaal protest af, worden de over de straat gerolde vruchten weer opgestapeld en keert de rust weer.
In het eethuis heb ik vanavond dezelfde mazzel die we eerder met Celine meemaakten in Damongo; ik heb voor de jubileumwedstrijd een prijs in de dop van de fles zitten, en wel een gratis extra fles bier. En ja hoor, in de dop van die fles zit wederom een zelfde prijs. Soms zit het je mee….

vrijdag 18 maart 2011: Kintampo, ziekenhuisbezoek en de waterfalls.
Vanmorgen hebben George en Peter Japheth in de bush afgezet om resightings te gaan doen en daarna hebben ze mij opgehaald om gezamenlijk naar het ziekenhuis te gaan.
Dat werd natuurlijk een verhaal op zich want ook een Afrikaans ziekenhuis is bepaald niet te vergelijken met de situatie bij ons, maar als men ergens behoefte heeft aan de faciliteiten die wij hebben….. Maar goed, eerst moest ik mij inschrijven bij een loket met zoals hier gebruikelijk kleine, lage openingen met enkele tralies ervoor. Allereerst was er al veel gegiechel bij de vier dames in het hokje op het moment dat bleek dat er een witman aan het loket stond, maar toen bij het invullen van het formulier gevraagd werd hoe oud ik was en daarna de vraag of ik married of single was en ik het antwoord single gaf…. kwamen er ineens 4 vrouwen voorover gebukt nieuwsgierig door de tralies kijken. ‘How can that be possible’ klonk het in koor en er werd meteen van opwinding een dansje ingezet. Maar toen ik net als een paar weken geleden in het restaurant antwoordde ‘but I am happilly occupied’ sloeg de stemming finaal om en ging men snel weer over tot de orde van de dag. Mensen hebben hier echt veel meer gevoel voor humor dan we eerder in Zambia troffen…
Enfin, na het in ontvangst nemen van een officieel pasje van het ministerie voor volksgezondheid na de donatie van 5 cedi’s mochten we beginnen aan de tocht door wandelgangen met links en rechts zittende, liggende en soms op een paar stompjes kruipende mensen. Ziekenhuizen zijn hier ook altijd voller omdat je niet eerder naar huis mag dan wanneer je de rekeningen hebt betaald en tja, dat zal hier nogal eens gebeuren...
Ik kwam een kamertje binnen waar kennelijk de bloeddruk gemeten moest worden, een verpleegster zat er al helemaal klaar voor, maar zij adviseerde me vervolgens om maar door te lopen naar emergency. O.k. , dus wij weer lopen. Komen we in een kamertje waar 9 personeelsleden samengepakt zitten te wachten op wat komen gaat, compleet met weer een tetterende tv op de kamer. Tussen het bonte gezelschap bevinden zich 2 blanken en een Aziaat en op die laatste stap ik meteen af want dat is de enige in ziekenhuiskleding.
Tuurlijk, fout Henri, je moet die man in casual kleding hebben… Het blijkt een Amerikaan en hij gaat mij behandelen. Nou ja, eerst dan toch de bloeddrukmeting, hartslag, lichaamstemperatuur met hi-tech materiaal, en verder moet ik m’n eigen verhaal natuurlijk afsteken… daarna naar een kamer met aftandse brancards waarop je op de onderlegger nog geronnen bloedresten ziet zitten.. daar wordt ik nog weer met de stethoscoop beluisterd waarna het eindoordeel volgt dat ik aanhoudende reizigersdiarree tengevolge van een bacteriële infectie zal hebben. Goh…..
Ik krijg weer antibiotica (ciprofloxarin) voorgeschreven en we kunnen weer naar de andere kant van het ziekenhuis. Daar weer bij een druk loket waar we (schaam schaam) weer voorrang krijgen op alle andere wachtende locals die dat gelaten aanzien.. en daar krijg ik een plastic zakje met 8 wel erg veel op Viagra lijkende tabletten overhandigd. Ze zullen me toch wel goed hebben begrepen??? En ik blijk er niet eens voor te hoeven betalen…
Maar goed, om een lang verhaal kort te maken, ik ben er meteen vandaag maar (zij het met tegenzin, want antibiotica) meteen mee begonnen, al moest ik Hanneke maar wel even vragen om op te zoeken hoe de dosering nou moest want er stond alleen op het briefje dat ik moest beginnen met 2 tabletten tegelijk. Een bijsluiter zat er ook al helemaal niet bij…..

Na de middag hebben we eerst weer even lekker gegeten in het hospitalrestaurant en zijn daarna doorgereden naar de Kintampo waterfalls voor even een toeristische onderbreking na alle stress van de afgelopen dagen. Peter en ik waren er natuurlijk al wel goed op voorbereid dat dit na het bezoek aan de Victoria-watervallen van vorig jaar alleen maar zou kunnen tegenvallen, maar ook deze watervallen hadden met hun hoogte van 22 meter wel zo hun eigen charme. Vooral de ligging met op de hellingen nog mooie oude loeihoge bomen en een weelderig bladerdak gaven je echt een beetje een Tarzangevoel, je zag Johnny Weismuller zo aan de lianen voorbij komen zeilen met Jane onder z’n armen. Maar dat we naar een waterval moesten lopen via een trap met 152 treden hadden ze er niet bijgezegd… naar beneden viel wel mee, maar daarna weer naar boven met deze temperaturen, luchtvochtigheid en mijn conditie na de afgelopen dagen….. als een dweil kwam ik boven op het moment dat Peter en Japheth al lang en breed weer in de auto zaten.
Er stroomde natuurlijk niet echt veel water over de watervallen, het regenseizoen is immers nog echt niet volledig losgebarsten, maar als we goed en wel terug zijn op het guesthouse breekt er een flinke bui los die in korte tijd weer voor 6,5 mm regen in de regenmeter en heel wat water op de straten zorgt…
Tegen de avond was het al weer wat opgeknapt en zijn we vertrokken naar het onderzoeksplot Kintampo 1. Daar hebben we voor wat experimentele bijvangsten wat extra netten neergezet met geluid van uilen en nachtzwaluwen erbij. We zijn dan ook bewust tot ver in het donker doorgegaan en dat hebben we geweten. In plaats van uilen en nachtzwaluwen hadden we heel andere vangsten…. We vingen maar liefst 17 vleermuizen verdeeld over 4 soorten ! Dat werd een heel karwei om die er uit te peuteren en het idee dat wij ze met de handen durfden aan te pakken dreven Japheth zo ongeveer tot absolute extase vanwege het feit dat wij die dieren zo maar durfden aan te pakken… die biologiestudenten hier zijn ook niets gewend… verder hebben we er natuurlijk nog een paar mestkevers in diverse maten bij en weet ik er nog 2 bidsprinkhanen met succes uit te peuteren.
Daarna wachten we nog 1 ronde af en vinden het welletjes. Geen uilen vandaag, al zag Japheth wel een paar ogen oplichten naast 1 van de netten….