donderdag 3 maart 2011

BONTE VLIEGENVANGER-EXPEDITIE GHANA 2011 : VERSLAG WEEK 4.

Donderdag 3 Maart 2011: Damongo.

Ik moet zeggen dat de slaap beter was dan de nacht daarvoor, maar goed, met ’s nachts nog een temperatuur van 35 graden op de kamer is het niet zo gek dat je ligt te baden in het zweet, los van het feit of je ziek bent of niet.
Ik blijf de hele dag op de kamer en de rest is het veld in gegaan om potvallen te plaatsen. Er is vanochtend dus niet gevangen.
Vanaf m’n bed zie ik dat er steeds een groepje zwaluwen door de galerij van het guesthouse vliegt. Het zullen de red chested swallows wel weer zijn en het lijkt er op dat ze plekjes aan het zoeken zijn om te gaan broeden. Rob heeft bij het groepje ook een wire-tailed swallow gezien. Er vliegen ook groepjes gierzwaluwen, de little swifts. Dat zijn de lokale varianten van onze gierzwaluwen, maar zijn kleiner en hebben een witte stuit zoals de huiszwaluw. Peter heeft al ontdekt dat ze aan de dakrand van een hoger gebouw aan de overkant aan het nestelen zijn.
Tegen half vier in de middag nadert er een behoorlijke onweersbui en valt het avondvangen letterlijk in het water. Dat valt ons dan weliswaar tegen, de lokale bevolking zal er ongetwijfeld erg blij mee zijn want het is hier nog lang niet zo groen geworden dan we in Kintampo zagen. Het zal hier dan ook niet veel hebben geregend in de tijd dat wij hier niet waren. Ik breng de rest van de avond door met mijn eigen lokale onweersbuien….

Woensdag 2 Maart 2011: Damongo, Yes… terugvangst!

Om 3 uur vannacht zijn de mannen veilig en wel met Mariel teruggekeerd op het guesthouse. Het was wel een zware rit, want als ze om 6 uur in de ochtend weer klaarstaan om ons het veld in te brengen staan ze te zwalken op de benen. Janne stuurt Javed maar meteen weer terug naar bed en George mag slaap in gaan halen als hij ons heeft weggebracht.
We gaan met z’n allen weer vangen op de meest ver weg liggende vanglocatie. Dat was vorige periode eigenlijk wel de beste. Peter en ik blijven links van de regenwatergeul die door het terrein loopt en zetten snel het eerste net op als we de eerste bonte vliegenvanger horen roepen. Al snel volgt een tweede locatie, maar de derde laat enige tijd op zich wachten.
Als ook dat net staat hebben we al zo ver gelopen dat we al helemaal achter in het terrein bij de rotsblokken van het escarpment staan. Het wachten op vangsten kan beginnen. We zoeken een schaduwrijk plekje op onder een met lianen overwoekerde boom. Als we zitten merk ik dat ik op dat moment al moe ben alsof ik er al een dag op heb zitten.De zweetbijtjes meldden zich al vroeg en de hoofddoek kan weer omgeknoopt worden en het wuiven en meppen kan weer beginnen. Vangsten blijven helaas weer helemaal uit, na het opzetten horen of zien we geen bonte vliegenvanger meer. Pas bij het opruimen hebben we in het achterste net twee vogels hangen. Het blijken een greater honeyguide en een lesser honeyguide te zijn. Ik moet zeggen dat ik al veel eerder een honeyguide had verwacht want in de holtes van het escarpment zitten immers veel bijennesten.
Tijdens het wachten heb ik het bos al weer behoorlijk van nieuwe meststoffen voorzien en als we terug lopen naar de weg kan ik me nog maar nauwelijks op de benen houden, alle kracht is uit me weggevloeid. Bij de auto blijkt dat Rob een netje heeft opgezet waarin hij al een bonte vliegenvanger had hangen voordat hij het geluid had aangezet. Hij bleek ook nog eens een ring om te hebben en dat zou er later één blijken te zijn van de verkennende expeditie uit 2009. De vogel was toen 70 meter van de huidige plek geringd; een mooi voorbeeld van site fidelity (plaatstrouw aan overwinterings- of broedgebied) dus.
Terug op de lodge laat ik mij achterover op het bed vallen en val in een slaap waar ik 3 uur later pas weer van wakker wordt. Vanaf dat moment speelt mijn dag zich verder nog af tussen bed en toilet…. Pillen en ORS moeten hun werk weer gaan doen maar vooralsnog blijft resultaat uit.

Dinsdag 1 Maart 2011: van Kintampo naar Damongo.

Na een nacht met weinig slaap begint de dag met al vroeg opnieuw burenruzie waarbij de gemoederen weer hoog oplopen. We hebben besloten om eerst verder te gaan met het invoeren van data maar daar heb ik m’n hoofd en m’n buik niet naar staan. Ik probeer te ontbijten met wat droog brood en dat lukt redelijk. De beheerder van het guesthouse heeft een schilder op bezoek die het eetzaaltje gaat schilderen. Hij zit buiten op z’n hurken gewoon met z’n handen de emmers met verf te mengen. Vlak voordat we wegrijden ziet de eetzaal er al heel anders uit, het tafelkleed heeft een nieuw stippenpatroon en de tegelvloer doet daarvoor niet onder…
Tegen 11 uur hebben we de spullen allemaal weer in de auto gestouwd en kunnen we gaan rijden. We kopen eerst nog even weer wat spulletjes in het dorp, tanken benzine en beginnen aan de ruim 3 uur durende reis. Onderweg komen we een volledig op z’n kant liggende passagiersbus tegen. De (alle?) passagiers lopen er omheen te kijken en men is al bezig om spullen te zoeken om hem weer overeind te krijgen.
We vinden even later ook nog een vers doodgereden roofvogel op het asfalt. Het blijkt een grasshopper buzzard en Rob kan van de vogel nog een volledig pakket biometrische gegevens verzamelen. Het is een opmerkelijk rank gebouwde vogel met een gewicht van net onder de 300 gram. Perfect uitgerust om te kunnen overleven in de verzengende hitte van de Soedansavanne waar we op dat moment doorheen rijden. We zien deze soort weer op meerdere plaatsen bij bosbrandjes rondvliegen.
Na de afslag bij Fofulso gaan we de hobbelige dirtroad weer op en ruil ik m’n zitplaats met Peter en mag ik ook eens genieten van een verblijf op de achterbank met 4 personen.
Als we net na 14 uur in Damongo arriveren checken we ons in op het guesthouse en ga ik als de wiedeweerga weer richting toilet. Daarna laat ik mij achterovervallen op het bed en wordt ik pas om 19 uur weer wakker als Peter komt vragen of ik mee ga om een hapje te eten.
Dat wordt een keuze tussen verstand en gevoel, maar ik besluit om toch maar te proberen om wat te eten. Als we goed en wel zitten te wachten in het eethuisje blijkt dat ze alleen nog maar banku hebben. Dat lijkt ons een beetje teveel van het goede voor de zwakke magen in het gezelschap en we taaien onverrichterzake weer af op zoek naar een ander etablissement.
Dat vinden we in een stikdonker steegje met hobbels, kuilen en 2 amper zichtbare betonranden. Het is een soort pleintje waar natuurlijk weer tetterende rapmuziek staat te schallen en waar we onder het schijnsel van de verlichting in het mobieltje van Javed kunnen zien wat we voorgeschoteld hebben gekregen. Ik heb, zoals besteld, wel witte rijst gekregen, maar toch weer met een vette, scherpe saus eroverheen. Toch smaakt het me gelukkig goed.
Terug op het guesthouse merken we dat er een paar zwaluwtjes zijn gaan slapen op de muurtjes in de galerij voor de kamers. Na een kwartiertje bonst Peter op de deur en vraagt of ik er al vast één wil ringen zodat hij nog een andere kan vangen…
Het blijkt de Afrikaanse variant van de boerenzwaluw te zijn, de red chested swallow. De vogel lijkt heel sterk op ‘onze’ boerenzwaluw, maar heeft een tot op de keel doorlopende kastanjebruine halsvlek. Het wit in de staartpunten is groter en loopt door over de gehele breedte van de binnenvlaggen van de staartpennen. Daarmee krijgt hij een witte baan aan de onderkant van de staart. Ook borst en buik zijn witter en de gehele vogel is wat kleiner dan de boerenzwaluw. Toch leuk, weer een soortje er bij.
George en Javed vertrekken om 21 uur terug naar Fofulso om daar onze nieuwe Britse expeditielid, Mariel op te halen die daar rond middernacht met de bus vanuit Accra arriveert. Een rit in volledige duisternis over de wasbordweg die niet geheel zonder risico is, we duimen voor de mannen.

maandag 28 februari 2011: Kintampo, kleurcodes aflezen en de eerste BVV’s gaan op trek….

De laatste Februaridag. Ik ben vanmorgen zelf niet met vangen bezig geweest, maar heb samen met Janne een struintocht door beide onderzoeksgebieden gemaakt om kleurcodes af te lezen. De rest is wel aan het mistnetten geweest. Het was weer een bewolkte ochtend en de vogels waren opvallend inactief. Als we er dan toch één te zien kregen zaten ze weer lang laag op de poten zodat de eventuele ringen amper of niet te zien waren. De meeste vogels die we in het vizier kregen bleken uiteindelijk ongeringd, maar toch zijn er wel een paar kleurcodes afgelezen waaruit we na een paar van deze acties mooi de site fidelity kunnen analyseren. Tijdens het zoeken stuitten we nog op twee pearl spotted owlets die door Janne ontdekt werden in een dode boom. Nu hebben we prachtig kunnen zien hoe ze met het draaien van de kop de nepogen op hun achterhoofd kunnen laten zien. Ook wij zien amper het verschil en als ze een paar keer hebben zitten draaien weet je echt niet meer of ie je nu aankijkt met z’n ogen of met de nek.

Na enige tijd vliegt één van de uilen weg (het lijkt echt niet op een uilenvlucht met die verhoudingsgewijs lange staart) en begint te roepen. Ook dat doet in niets denken aan een uil. Het is een reeks van fluitende tonen die steeds hoger worden zoals de fluitende roep van Gibbons. Indrukwekkende vogeltjes.
Ondertussen heeft de rest van de groep niet stilgezeten. Nou ja, Rob heeft nog wel tijd gehad om te tellen hoeveel mieren er met de eieren van één nest naar het andere aan het sjouwen waren; dat waren er 450. Daarbij viel het hem op dat de bonte vliegenvangers er hun voordeel mee deden en begonnen te jagen op de eitjes die natuurlijk enorm voedzaam voor ze zijn. Hij plaatste een netje in de buurt van de mieren en dat leverde uiteindelijk maar liefst 4 gevangen bonte vliegenvangers op…. Een absoluut record voor deze expeditie!!
Twee van die vogels bleken al trekvet te hebben aangelegd en waren al ver op weg met de rui. Het zal dan ook niet lang meer duren dat de eerste vogels gaan vertrekken. Deze datum met de eerste vogels met vet is een week vroeger dan tijdens de expeditie van 2009 en dat valt prachtig samen met het feit dat de eerste regens van het naderende regenseizoen dit jaar ook een week eerder begonnen.
Javed komt nog twee zakjes met palearcten brengen die hij met Peter in het net hadden; ze hadden een rondje met 7 vogels tegelijkertijd in het net. Uit de zakjes komen weer een bleke fitis en een orpheusspotvogel. Tijdens het ringen van deze vogels moet ik even snel naar het net want er komen weer koeien onze kant op gelopen. Als ik naar het net loop springt er vlak voor mij een Boompieper op en die vliegt precies het net in…. hebbes.

Nadat we weer op het guesthouse terug zijn maken we ons op voor een broodlunch. Ik besluit om eens wat variatie in het eten te brengen en een blikje witte bonen in tomatensaus open te trekken. Dat smaakte voortreffelijk maar ik had het beter niet kunnen doen. Het bleek het perfecte ingrediënt om m’n buik die toch al weer van streek was te veranderen in een borrelende snelkookpan. Voor het eind van de middag begint de frequentie van toiletbezoek weer ongewenst hoog op te lopen en loopt uiteindelijk het gehele ontbijt en lunch het riool in. Ik zie de wereld door maagkrampen en duizeligheid weer voor een doedelzak aan, maar besluit om toch maar mee te gaan naar het eethuis om dan maar droge witte rijst te proberen te eten. Dat wordt in de keuken niet helemaal goed begrepen en er belandt een bord met weliswaar witte rijst voor m’n neus, maar ook een flinke klodder pittige tomatensaus en koolsalade met een dikke klodder ketchup en mayonaise. Ik kan de kokhalsneigingen met moeite onderdrukken en deel de salade maar snel uit aan Peter die het graag in ontvangst neemt. Ondertussen speelt zich maar weer een mooi staaltje af van hoe men naar buiten toe maar blijft doen voorkomen dat Ghana zo’n veilig land is. Er loopt een politieman met over zijn schouder een mitrailleur en de directe reactie van Javed is: ‘roadpolice.. they shoot to kill’. Bij mij roept het in ieder geval nooit een gevoel van veiligheid op als ik iemand met een wapen over z’n schouder zie…
Ik krijg tweederde van de rijst op, maar dan stokt het. Als we dan na afloop weer over het pleintje terug naar de auto lopen begint het weer flink te draaien. De geuren van smeulend plastic, zweet, houtskoolvuurtjes, aanbrandend vlees, ontlasting van uiteenlopende afkomst, stof, uitlaatgassen en oude urine maken het er niet makkelijker op om het eten nog binnen te houden. Als de auto stuiterend naar de guesthouse terugrijdt, kan het me niet snel genoeg gaan en eenmaal aangekomen zoek ik als de wiedeweerga het toilet weer op.

Zondag 27 Februari 2011: Kintampo,en: trekkende zwaluwen!!

We zijn vanmorgen extra vroeg vertrokken om te kijken of het meer vogels oplevert als de netten op tijd open staan. Alles ging prima, maar op het moment dat we de eerste bonte vliegenvangers hoorden roepen bleek dat we allemaal onafhankelijk van elkaar naar dezelfde hoek van het terrein waren gelopen. Tja, dan moeten 2 ploegjes nieuwe plekken zoeken en ben je het tijdsvoordeel al wel weer kwijt. Ondertussen was mijn nieuwsgierigheid net weer te groot bij het oprapen van weer een prachtig gevormde zaaddoos onder één van de bomen.
Pas op het moment dat ik deze zaaddoos stond open te breken merkte ik dat deze op een deel van de buitenkant vol zat met heeeeel kleine stekeltjes zoals bij sommige cactussoorten. Mijn boete werd dus de hele rest van de ochtend krabben en stekels peuteren en totaal gek worden van de jeuk van stekeltjes die afgebroken zijn maar waarvan de puntjes nog wel in je huid zitten.
Peter en ik zijn uiteindelijk naar het hoger gelegen deel van het terrein gelopen waar we al snel de eerste vogels hoorden en de netten snel zijn gaan opzetten. Het was zwaar bewolkt weer en de vegetatie was nog nat van de regen die afgelopen nacht toch nog wel was gevallen. Dat bleken weer goede omstandigheden want we werden best wel druk. Op het moment dat we het tweede net hadden staan hing in het eerste al een bonte vliegenvanger. Dat moet een felle rakker zijn. Als we de eerste vogels uit het net hebben komt Rob ook al vogels brengen en daarna komen we niet meer aan andere zaken toe dan het wegringen en meten van vogels. Zelfs het koekjesontbijt schiet er bij in.




We hebben tussen de vogels onder andere enkele Fitissen zitten waarvan er één een overtuigende acredula was. Verder vangen we een red shouldered cuckoo-shrike, een prachtige kleurrijke snowy crowned Robin chat, een grey headed bristlebill, een northern puffbackshrike, een adult mannetje senegal batis en nog weer 2 palearcten, een Boompieper en een Orpheusspotvogel. Leuk en leerzaam om voor het eerst eens een actief ruiende Boompieper in de handen te hebben Tussen al het kleurrijke Afrikaanse verengeweld door eindigen we deze succesvolle ochtend met ook nog eens een totaal van 3 nieuwe bonte Vlieenvangers. Een echte succesochtend dus.
Onderweg terug naar Kintampo komen we een taxietje tegen dat vastzit in een pothole; die dingen zijn hier in veel gevallen ook zo klein dat ze er haast volledig in passen.
Bij één van de politie-roadblocks (2 houten rekjes aan weerszijden van de weg van waaruit handbediend een lange bamboestok over de weg geschoven kan worden) treffen we de auto van de Deense ploeg die één van de mannen terug brengt naar Accra. We maken een praatje en het blijkt dat ze best wel een goed beeld hebben kunnen krijgen van het lokale foerageergedrag van de gezenderde bonte vliegenvangers. Tijdens het praten is het genieten van alles wat je dan over de weg langs ziet komen. Onder andere een hoog beladen vrachtwagen volgeladen met alleen maar fietsen. Er moeten er naar schatting toch gauw 250 a 300 op liggen.






Verder passeert er weer een vrachtwagen waarin het personeel weer in hangmatjes boven de wagen vol met koeien ligt. De hangmatjes zijn opgehangen aan het rek waar normaal gesproken het dekzeil van de vrachtwagen overheen getrokken kan worden. Als je weet dat de meeste koeien hier puntige horens hebben van meer dan een halve meter lang dan moet je er niet bij nadenken dat zo’n hangmat losschiet….
We horen tijdens het praten enkele malen over trekkende boerenzwaluwen en een paar keer zie ik ook een groepje gierzwaluwen. Rob heeft eergisteren heel hoog in de lucht al een groep van naar schatting 500 gierzwaluwen gezien en zag ook trekkende huiszwaluwen.
Tegen de avond volgt er in de schemering weer naderende regen met daar vooruit weer kleine groepjes gierzwaluwen en boerenzwaluwen. Echte regen blijft echter uit.

Zaterdag 26 februari 2011: Kintampo, na regen komt…

leven ! Het heeft de afgelopen nacht enorm geregend en geonweerd. We hadden extra vroeg willen vertrekken om te kijken of het hier ook werkt om de netten al in het donker opgezet te hebben, maar om 04:30 uur regende het nog steeds na en stond er nog water op de galerij.
We zijn dus toch op de reguliere tijd vertrokken en ook bij aankomst regende het weer licht.
Op de heenweg reden we achter een schoolbus die kennelijk vol zat want er stonden zich 3 scholieren in keurig schooluniform naast elkaar op de bumper van de bus vast te klampen tijdens de hobbelige rit. Of zouden ze hun OV-chipkaart vergeten zijn?
De temperatuur is door de regen flink gedaald en het voelt voor ons gewoon toch wat koud aan. Maar goed, als we eenmaal lekker bezig zijn ervaren we het als een lekkere Nederlandse Juniochtend. Het is duidelijk merkbaar dat de regen de natuur hier weer goed heeft gedaan; de vogels zijn meteen veel actiever en in de loop van de ochtend zien we op steeds meer plaatsen bloemknoppen openen en begint het zaad van de talrijk aanwezige scrub-vegetatie ook open te springen. Op diverse plaatsen zien we bomen met meerdere kleurrijke sunbirds die op de nieuw opengesprongen knoppen foerageren. De scharrelaars zijn weer druk met de balts en ook de Shikra’s laten weer van zich horen.
Bij de eerste netcontrole zien we een yellow billed kite bij één van de netten wegvliegen; die was duidelijk aangetrokken door het geluid. Rob komt ons weer een paar vogels brengen om te ringen; hij heeft inmiddels een Fitis gevangen die zeer waarschijnlijk behoort tot de subsp. Acredula. De vleugellengte is maar liefst 71,5 mm, het gehele verenkleed is vaal en de poten zijn meer grijzig dan oranjegeel. Als we later op de ochtend nog een tweede aangeboden krijgen is het verschil nog overtuigender, deze vogel heeft een vleugel die 11 mm korter is en heeft het ons welbekende verenkleed van de West-Europese fitissen. Het wordt echter pas echt kleurrijk als er een ijsvogel gebracht wordt. In dit geval eens een grotere soort, de bluebreasted kingfisher, weer zo’n echte bos-ijsvogel.

Tijdens het wachten zien we plotseling op meerdere plekken mannen uit het bos komen; het gaat om zeker 20 man. Het zijn jagers die in een brede linie dwars door het bos trekken en middels een drijfjacht de omgeving afstruinen en alles schieten wat ze voor hun loop krijgen en maar interessant voor ze kan zijn. Vandaar dat we vlak daarvoor een schot hoorden. Even nadat de mannen ons passeren horen we weer drie schoten. Op mijn vraag aan Javed wat ze nu in dit lege bos dan nog kunnen schieten krijg ik als antwoord dat het om cane rats en af en toe een duiker (kleine antilopesoort) zal gaan en af en toe ook een vogel. Het is de jachtbuit die uiteindelijk als onherkenbaar vlees op de grillroosters langs de kant van de weg zal belanden; het laatste bushmeat voor Ghana want alle zoogdieren zijn buiten de nationale parken nu toch echt wel bijna allemaal op.

Pas op het scheiden van de markt vangen Peter en ik in de ronde voor het opruimen een bonte vliegenvanger, ditmaal niet bij het nieuwe geluid…. Ook Janne had vanmorgen weer succes, zodat er weer twee vliegenvangers bij op de lijst zijn gekomen. Vlak voor vertrek zien we nog weer een Wespendief roepend rondcirkelen boven de boomtoppen; het is (getuige de opvallende zwartgeblotte borsttekening) zeer waarschijnlijk dezelfde vogel die we vorige week hier ook al zagen.
Omdat het ’s nachts bij zwaar onweer op een zinken dak wel erg slecht slapen is, wordt dat in de middaguren flink ingehaald; ik heb zelfs zo diep geslapen dat ik bij het ontwaken niet eens meer wist dat ik in Afrika was….
Rob, Janne en Javed zijn in de avonduren nog weer voor een poging op stap geweest maar dat bleek volledig vruchteloos. Er was wederom best wel veel activiteit van vogels, maar er kwam er niet één, ook geen andere soort dan een bonte vliegenvanger, in de netten.

Vrijdag 25 Februari 2011: Kintampo, nieuw experiment.

Gisteravond hebben we weer lekker kunnen genieten van een kom fufu met dit keer varkensvlees er bij in waar een dik stuk huid nog op zat met de stukken haar er nog op.
Toen de schaal met daarin de deegbal met soep en vlees voor me werd neergezet dacht ik even tegen de kin van een oude ongeschoren kerel aan te kijken….
Na het eten kwamen er 2 vrolijke vrouwen het eetzaaltje binnen die zich duidelijk om ons vermaakten. Één sprak ons aan en vroeg of wij hun man niet wilden worden.
Maar al snel concludeerden ze dat Peter te donker was en Rob teveel op Jezus leek; daarna wees het vingertje als enige resterende mogelijkheid in mijn richting. Mijn antwoord : ‘happily occupied’ leidde tot een luid geschater bij beide dames waarna ze een illusie armer afdropen. Rob mompelt nog na dat hem dat al sinds zijn 17e wordt nageroepen.
Na de oproep van Hanneke op Ringersnet hebben we vanmorgen één van de geopperde aanpassingen in de vangstrategie meteen in de praktijk gebracht. We hebben een getipt geluid kunnen downloaden (er was gelukkig weer even internet beschikbaar) en dat gebruikt en daarnaast de geprepareerde kerkuil maar na eerdere pogingen maar weer van stal gehaald.
Het geluid betreft de geagiteerde roepjes van een bonte vliegenvanger die zit te panieken om iets, in ons geval dus de uil. Deze combinatie triggert de nieuwsgierigheid van de vogels misschien net genoeg dat ze nog net iets dichter bij de uil willen kijken wat er aan de hand is….
Zo gezegd, zo gedaan. Bij de eerste controle van het net waar deze opstelling is gemaakt zien we inderdaad een aantal vogels van meerdere soorten wegvliegen. En verrek…. Er hangt een vliegenvanger in het net !!!!! Prachtig, voor het eerst sinds een week hebben we er weer één !
Maar goed, op één voorval mag je natuurlijk niet gaan leunen, dus we gaan dit zeker doorzetten.
Het betreft een vogel die al behoorlijk ver op weg is met de rui van de lichaamsveren en de armpendekveren + elleboogveren. De hand- en armpennen hebben ze afgelopen herfst al geruid, dus na deze lichaamsverenrui zijn ze klaar om op te vetten en te vertrekken. En daar willen we nu juist meer van weten….
Janne was vanochtend op het guesthouse gebleven om met de administratie bij te kunnen blijven. Dat breekt je dan op als er dan toch een bonte vlieg gevangen wordt !!! Maar ze had het er graag voor over om alsnog door George opgehaald te worden want nu kon ze immers weer een datalogger aanbrengen. En wat wil dan weer het toeval? Vlak voordat ze weer kan vertrekken roept Javed dat hij er ook één heeft gevangen !!! Wow ! Wat een geluk… Ook deze vogel is al flink aan het ruien, dus we merken meteen al hoeveel er in een week kan veranderen. Een week waarin we de seizoensomslag hebben zien plaatsvinden, een omslag naar uitlopende bomen, balts bij de Afrikaanse soorten, en de inmiddels al dagelijks vallende onweersbuien die vanuit het zuiden optrekken en ook in intensiteit toenemen.
Tijdens het wachten hebben we weer kunnen genieten van alles wat er dan zoal in het bos plaatsvindt. We zagen een paartje blue bellied rollers met hun op een kikker lijkend geluid koerend baltsen waarna het mannetje in een holte in de boom ging zitten om de toekomstige nestplaats maar aan te wijzen. Verder verdrijven van een indringer (na een poging tot schaken van een vrouwtje) gevolgd door balts van een stel forktailed drongo’s en we zagen de grey woodpeckers weer op dezelfde plaats. Boven het bos weer een paar keer een Shikra en een klimmende en afglijdende lizard buzzard.
De vangsten zakten na 9 uur al weer in en leverden slechts nog een niet determineerbare en dus onringbare vrouw sunbird en een African thrush op.

’s Middags krijg ik weer SMS-jes van het thuisfront. Collegaringer Jan Hendriksma blijkt op 85 jarige leeftijd na een dagje ringen plots te zijn overleden.
Bovendien nog de boodschap dat we (de nestkastenwerkgroep van het NIVON) van het landgoed Weldam de sommatie hebben gekregen om vóór 15 Maart alle aluminium spijkers uit de bomen te halen waarmee veel van de bijna 1000 nestkasten op hun landgoed zijn opgehangen. Die spijkers hadden echt onze voorkeur nooit, maar we waren gedwongen tot het gebruik er van doordat de bomen steeds kaler op de stam werden en er dus steeds minder takken beschikbaar waren om de kasten aan op te hangen.
Verder bleken er kasten te hangen buiten de wandelpaden en die moeten worden verplaatst. Tja, die hingen vroeger wel aan een pad maar die paden zijn inmiddels dichtgegroeid en het is van belang voor het onderzoek dat een nestkast in lengte van jaren zo veel mogelijk op dezelfde plek blijft hangen.
En in het terrein Aschpotterveld wil men alle kasten voor 15 Maart helemaal weg hebben omdat er dusdanig veel bomen gekapt gaan worden (kennelijk in het broedseizoen) dat er bomen op de kasten kunnen vallen. Daar moeten we dus nodig met het landgoed over praten want er zijn natuurlijk best alternatieven en mogelijkheden om tot elkaar te komen. Bovendien is zoiets niet eens uitvoerbaar in 2 weken tijd, laat staan zo kort voor het broedseizoen.
Maar ja, dat heb ik weer… zit ik net weer aan de andere kant van de wereld en kan ik niets doen zodat nu het thuisfront het kan proberen op te knappen. Dat worden weer hoge telefoon kosten naar Nederland….
De vrouw op het marktje waar ik bijna dagelijks prepaid telefoonkaarten koop, lacht mij met een groeiende glimlach tegemoet als ze mij ziet aankomen en vraagt inmiddels al om de groeten aan het thuisfront te doen want ze verdient goed aan mij.