zondag 31 januari 2010

Vierde verslag zwaluwen ringen in Zambia.

Dinsdag 26Januari 2010: ochtendrondje Zambeef in Chisamba en avondvangen.
Omdat we gisteravond dus niet gevangen hebben was er vandaag de mogelijkheid om uit te slapen want er hoefden immers geen zwaluwen meer weggeringd te worden. Om 08 uur lag ik echter al te zweten op bed en ben dus toch maar opgestaan. Peter was op dat moment al weer een tijdje actief en had de ball-chattri al weer uitgezet in de hoek van de camping. Bij de piggery is vannacht weer geslacht; het gegil van de varkens was weer niet van de lucht, vanmorgen reed er weer een open vrachtwagen met daarin een stuk of 20 bungelende karkassen van varkens naar de butchery aan de andere kant van het erf. De kippen gaan er rennend achteraan om meteen te pikken in de druppels bloed die er uit de wagen lopen.
Door de snel oplopende temperatuur hingen er ineens ook een tiental gieren samen met een twintigtal marabou’s boven de camping. Omdat ze lang op dezelfde plek bleven hangen waren de kleedkenmerken mooi te onderscheiden. Het ging om jonge vogels van de white-backed vulture en minimaal 2 adulte vogels en een groepje kapgieren oftewel hooded vultures. Mooi en imposant om te zien.
We zijn na het ontbijt het Zambeef-terrein opgereden en hebben nog weer wat gevogeld, o.a. bij de dam. Het waterpeil blijft onveranderd laag al is het slikrandje langs de oever verder teruggebracht tot ongeveer 1 meter breed. Er zaten weer veel soorten vogels en ditmaal zagen we er ook weer een groepje skimmers. Aan de overkant van het meer zat een african fish eagle in de grote boom over het meer uit te kijken. Op de oever zaten tussen de oeverlopers, bosruiters, kemphanen en steltkluten ook nog enkele groenpootruiters, een paar three banded plovers en ook 2 common ringed plovers. Aan de oeverkant ook een duidelijk steeds groter wordende groep blacksmith’s lapwings waarvan de jongen inmiddels volgroeid zijn maar nog goed te onderscheiden zijn. Bij de kleine dam is het nog steeds kommer en kwel met de vogels, er zitten hoogstens een paar Jacana’s en in het Afrikaanse riet horen we een stuk of wat black crakes. Toch staat er aan de overkant van het meertje wel een heel mooie Goliath heron. Als we na het rondje vogelen weer terugkomen op de camping blijkt de temperatuur al te zijn opgelopen naar 36 graden in de schaduw. Het is dan nog maar half twaalf in de ochtend; dat belooft nog wat…
In de middaguren hebben we dus hoofdzakelijk zitten internetten op het terras in de tuin van Fringilla. We hadden ons eigen internetcafé gemaakt door één van de tafels te verslepen naar de oude niet meer in gebruik zijnde braaikeuken. Daar zat immers het dichtstbijzijnde stopcontact zodat we niet hoefden te haasten voordat de accu’s leeg waren. En zo zaten we heerlijk met een pilsje naast de laptop te lezen hoe koud het met een gevoelstemperatuur van -12 graden onder nul daar wel niet was. Met de 36 graden van hier daarbij opgeteld kom je op een verschil van 48 graden… Bennie staat dus nog wat te wachten als ie overmorgen thuiskomt.
Omdat Peter toch nog wel heel graag de bonte ijsvogel als nieuwe handsoort wil hebben besluiten we om deze avond anders te gaan organiseren. We zetten een lang grofmazig net op bij de rij weidepalen die bij het huis van Theo het meer inlopen en waar we vaak bonte ijsvogels en een giant kingfisher zien. Het ondiepe water heeft hier inmiddels een temperatuur aangenomen die behoorlijk boven de 30 graden moet liggen want het voelt aan je benen alsof je in een teiltje met afwaswater bent gaan staan. Onder je voeten voel je af en toe vlokreeftjes wegschieten en als je een tijdje stilstaat beginnen er kleine visjes aan je benen te sabbelen. We hangen het geluid aan één van de palen en trekken ons terug. We zijn nog niet aan de kant of de eerste ijsvogel meldt zich al. Luid kwetterend reageert hij op het geluid en gaat recht erboven staan bidden. We laten Peter achter en Bennie en ik gaan het nog maar een keer weer proberen bij de zwaluwen. We treffen een vergelijkbare situatie; veel wevers en widows maar slechts een stuk of 10 zwaluwen waarvan we er uiteindelijk 5 vangen. Aan het begin van het wachten kwam er nog wel heel mooi laag over het gras scherend een Gabar Goshawk langs. In de schemer arriveerden weer 2 grijze wouwen die zich in het Afrikaanse riet lieten zakken om te slapen. Tijdens het wachten hebben we regelmatig wevers en widows uit het net moeten halen want het bleef er mee vol lopen. Op een gegeven moment keek ik voor ik terug wilde lopen nog even naar het eind van de netsectie of Bennie al klaar was met uithalen en draaide mij meteen daarna weer om. In die twee of drie seconden tijd hingen er ineens 15 widows in het net dat ik nog maar net helemaal leeg voor mij zag staan…..
Na het opruimen van de spullen zijn we naar Peter gereden. Onderweg zat er een marsh owl op het weggetje langs het meer en we zagen verderop op de dam nog een kleine nachtzwaluw. Afgaand op de grootte zou het een swamp nightjar, een square-tailed nightjar of een rufous-cheeked nightjar kunnen zijn. Het is heel moeilijk te zeggen want je ziet er gewoonweg niet voldoende kenmerken voor. Peter was wildenthousiast toen we hem ontmoetten aan de waterkant. De opzet van de actie was geslaagd, hij had een bonte ijsvogel gevangen ! En ook bijna een giant kingfisher…… die was net vanaf de verkeerde kant naar het net komen vliegen en was naast het net op één van de palen gaan zitten. Dat was dus een tegenvallertje, maar er kwam wel wat voor terug…. Ver in de schemer was er een groepje african skimmers langs komen vliegen en daarvan was er toch één wel in het net gekukeld. Wat een magnifieke vogel om die eens een keer van zo dichtbij te kunnen zien… De ondersnavel is letterlijk gewoon een mes; niet alleen lang doorlopend voorbij de bovensnavel maar ook nog eens heel dun als een mes en met langsgroefjes die voor een optimale stroomlijn door het water zorgt. Ze vliegen immers als zwaluwen laag over het water scherend met deze verlengde ondersnavel als een scheermes uitgevouwen door de bovenste laag van het water, daarmee razendsnel oppikkend wat er voor hun bekkie komt. Als derde vogel zat er nog een oeverloper in het net, een soort die we weliswaar al wel regelmatig hadden gezien, maar die nog niet op de ringlijst stond. Tijdens het uithalen van de skimmer die er als laatste ingevlogen was begonnen de grotere vissen ook in het ondiepe water te verschijnen en merkte je er af en toe één snel wegschieten door het troebele water. En precies boven de waterlijn werden we lekgestoken door de daar massaal rondhangende muggen…. M’n benen stonden in brand alsof ik door een veld brandnetels was gelopen.
Op de terugweg zagen we zowel de nachtzwaluw als de uil nogmaals, maar liep er tevens zomaar ineens een serval op de weg. Wouw !!!! wat een grote kat is dat… de schofthoogte (zeg je dat zo bij een katachtige?) moet toch zeker wel zo’n 60 cm zijn. Heel mooi hebben we het dier in zijn volle glorie kunnen zien met de korte gebandeerde staart en lange spitse oren. Hij maakte nog niet eens zo heel veel haast om weg te komen en huppelde mooi over het zandweggetje om een eindje verderop te verdwijnen in het groen van het braakliggende voormalige maisveld. Bennie vertelt dat het net als de cheeta een heel snelle katachtige is en dat er al een keer is vastgesteld dat een serval 8 duiven uit 1 groepje had weten te vangen…. Wat een enerverende avond heb je dan zomaar ineens weer….

totalen avondvangen (48 + 18 mtr net):
--------------------------------------

boerenzwaluw 5
oeverzwaluw
rietzanger
red-headed quelea
red-billed quelea
african skimmer 1
oeverloper 1
bonte ijsvogel 1
-------------------------------------------------
Totaal nieuw geringde vogels en .. terugvangsten.


Woensdag 27 Januari 2010: Chisamba, Fringilla farm.
De laatste volle dag voor Bennie. Na het wegringen en fotograferen van de vogels van gisteravond hebben we nog één keer een rondje over het Zambeefterrein gemaakt. Ditmaal zaten er twee fish eagles op en rond het meer en zagen we tussen de vele watervogels een groepje van 6 black Egrets gezamenlijk jagen volgens hun paraplumethode waarbij ze een stukje rennen om vervolgens met hun gespreide vleugels een paraplu te maken en de visjes te vangen die daaronder in de schaduw gaan zitten. Ook kwam er nog weer een nieuwe soort op de lijst; vlak naast ons zat in een dode struik een white-browed coucal te roepen. We hadden de Senegal coucal al wel op de lijst staan, maar deze nog niet. Ik heb vanuit de auto nog een paar mooie beeldvullende foto’s kunnen maken. Nadat we het Zambeef terrein weer hadden verlaten hebben we nog even weer een brood gehaald in het krottenwijkje buiten het terrein. Er werd daar net verse melk bezorgd. Op een pick-upwagentje stonden 2 grote kunstof tanks waaruit met een dikke slang waarop een afgezaagde pet-fles was vastgetaped de melk werd overgeheveld in grote plastic tonnen waarvan door het smeer heen nog net te zien was dat ze oorspronkelijk blauw van kleur waren geweest. De melk klotste er aan alle kanten overheen, maar dat deerde niemand.
Het was net als gisteren al weer vroeg op de dag warm. Om 10:45 uur gaf de thermometer 37 graden aan. Rond het middaguur resulteerde dat uiteindelijk in een onweersbui die langzaam maar zeker was komen opzetten. Dus zijn we maar even wat slaap gaan inhalen om vervolgens wakker te worden na een temperatuursval van meer dan 10 graden… maar het is wel lekker fris nu. De auto is inmiddels van binnen helemaal schoongemaakt door Edwin die er veel moeite mee heeft dat we hem gaan verlaten en het helemaal moeilijk vindt dat Bennie zeer waarschijnlijk ook niet meer terugkomt. En zo gaat het de hele dag door met mensen die we, en Bennie in het bijzonder, hier hebben leren kennen. Zo komt ’s avonds één van de medewerksters, Esperanzia, bij ons aan tafel en vertelt dat ze een vervelende dag heeft…. Haar vader van 59 heeft al 2 maal een hartaanval gehad, heeft diabetes (nieuwe volksziekte met al die suikerconsumptie hier) en is vandaag opnieuw in elkaar gezakt en opgenomen in het ziekenhuis. Haar eigen man is 2 jaar geleden verongelukt, ze moet zelf 2 kinderen van 7 en 11 jaar oud verzorgen en de operatie van haar vader kost 10 miljoen Kwacha…. Heel vervelend, en verhalen die helaas iedereen hier kan vertellen omdat iedereen het hier overkomt of meemaakt. Geen verzekeringsstelsel en al helemaal geen goed functionerend zorgstelsel. Na afloop van het laatste avondbuffet in Fringilla met gefrituurde Kapenta pakken we nog snel
even de spullen bij elkaar en zetten de wekker op 05:15 uur. Morgen vertrekken we vroeg naar Lusaka en het vliegveld om Bennie weg te brengen.

Donderdag 28 januari 2010; van Chisamba naar Livingstone.
Om 05:15 uur loopt de wekker af; Peter is dan al ongeveer anderhalf uur aan het rondbenen door het huisje en is ook al onder de douche geweest. We hebben de resterende spullen ingepakt en zijn vertrokken richting vliegveld. Tenminste, pas nadat we de auto met medehulp van de bewaker hadden aangeduwd want de accu was dus weer leeg. We hadden gisteravond tijdens het eten één van de deuren niet goed afgesloten en het binnenlampje had in de tussenliggende tijd voldoende stroom uit de accu genomen dat deze nu niet meer wilde pakken. Dat leverde dus even een flinke verzuchting van Bennie op…. Je zult het net zien, moet je naar het vliegveld… Gelukkig pakte de motor meteen en waren we toch nog mooi op tijd weg. De rit verliep voorspoedig en nadat Bennie het antwoord kreeg dat het toestel van British airways gisteravond wel was geland hebben we afscheid genomen en zijn Peter en ik doorgereden; wij hebben nog een week voor de boeg nadat Bennie er bijna 3 maanden op heeft zitten. We sluiten eerst na een paar kilometer achteraan in de file die veroorzaakt wordt doordat vrijwel alle verkeer dat de stad Lusaka in wil via 1 rotonde de stad binnenkomt.
We zijn eerst naar winkelcentrum Arcades gereden om geld bij te pinnen of te wisselen. De meeste ATM’s werkten hier (nog) niet en de banken en wisselkantoren waren allemaal nog gesloten tot 08:30 uur Dus eerst maar even een kop Cappuchino op het terras bij het internetcafé. Daarna hebben we kunnen wisselen en hebben we meteen de bezinetank volgegooid. We hebben de reservesleutel bij Limohire afgegeven zodat we volgende week de auto op het parkeerterrein van het vliegveld kunnen achterlaten waarna de auto door iemand van Limohire kan worden opgehaald. Er stonden deze ochtend heel wat politiecontroles en bij de vijfde, vlak bij Kafue, werden we staande gehouden en naar de kant van de weg geloodst.
Na het bekende uiterst vriendelijke ‘goodday to you sir, how are you, I’m fine thank you, how are you’ kreeg Peter te horen dat hij een overtreding had begaan en dat hij uiterst gevaarlijk had gereden. Hij had ingehaald op een plek waar dat verboden was, maar er werd niet gezegd waar en wanneer. Hij moest even uit de auto stappen en meekomen naar hun dienstauto om af te rekenen. Daar stonden nog 3 andere agenten waarvan één dame. Uiteindelijk kreeg hij te horen dat de boete 200.000 Kwacha was, maar dat de boete 400.000 Kwacha was als de agent er één op papier uitschreef….. Dikker kon het er niet bovenop liggen dat het geld in eigen zak zou verdwijnen…. Maar goed, Peter kiest natuurlijk voor die 200.000 om van alle gedonder af te zijn. En zo vervolgen wij even later toch wel een beetje verbijsterd onze reis. Voorbij de stad Mazabuka, bekend om de teelt van suikerriet begint het te regenen en onweren uit de donkere wolken die we al tientallen kilometers voor ons uit hadden zien hangen. We reden vervolgens ongeveer anderhalf uur in de regen voordat we het gebied hadden ingehaald en we de scherpe rand ervan voor ons zagen liggen en er vervolgens onderdoor reden. Vooral de laatste 10 minuten regende het enorm hard en zag je haast geen hand meer voor ogen op de weg voor je. Op 48 kilometer voor Livingstone troffen we de eerste wegomlegging omdat de Chinezen tot hier genaderd waren met het opknappen van het tracé. En dus hobbelden we net als vorig jaar weer over lange stukken dirtroad met vele potholes die ook nog eens een keer tot de rand vol stonden met water waardoor je niet kon zien hoe diep ze waren. Het laatste stuk naar Livingstone was weer de gewone oude weg, en dus nu asfalt met tientallen potholes. We hadden vaak vrachtwagens voor ons rijden die tientallen liters chocolademelkkleurig water op onze voorruit smeten. Maar goed, aan het eind van de middag reden we Livingstone binnen en schreven we ons in bij de Decha-lodge waar we vorig jaar ook enkele nachten verbleven.

Vrijdag 29 Januari 2010: Livingstone, victoria falls en Mosi-oa-tunya NP.
Vanmorgen wakker geworden van de warmte en toen bleek het nog maar half zeven te zijn. We hebben op het terrasje voor het appartement zitten ontbijten en zijn daarna direct op pad gegaan om eerst te proberen geld te pinnen bij één van de banken in de stad. Dat werd dus niet één poging bij één bank, maar wel een stuk of tien banken. Ondertussen werden we al constant belaagd door souvenirverkopers die ons opgepoetste koperen armbanden en ‘echt Livingstone-zilver’ wilden aansmeren. Niet één bank accepteerde de pinpassen met Maestro-logo en dus moesten we maar eerst onverrichter zake verder. We zijn naar het Nationale park Mosi-oa-Tunya gereden alwaar we na betaling van 227.000 Kwacha en 5 minuten wachten op het invullen van de bon naar binnen mochten. Meteen na de ingang stonden er al een paar grote afdrukken van olifantenpoten in de berm en lag er een kruiwagenlading aan stront op de weg. Al snel daarna viel mijn oog op een grote roofvogel boven in één van de palmbomen langs de weg. Het bleek een adulte Gymnogene te zijn, in het grijze kleed. Er vlogen hoog in de lucht ook een tiental gieren, (white-backed en hooded) enkele marabou’s en één martial eagle. Op het moment dat we langs de rivier net naar een stel lelplevieren stonden te kijken hoorden we een briezend geluid vanaf de rivier; er zwom een groepje nijlpaarden amper 30 meter uit de oever. Aan de overkant van de rivier zagen we op een dode tak tegen de oever aan een white-cheeked bee-eater; later op de dag zouden er nog tientallen van volgen. Al rijdend langs de rivier zagen we op rij nieuwe vogelsoorten die we deze reis nog niet eerder hadden gezien, daarbij o.a. de crested barbet. Aan het eind van het pad langs de rivier was een picknickplaats ingericht waar we even pauzeerden. Ook hier midden in de rivier een groep nijlpaarden maar ditmaal met een groep van zeker 10 ossenpikkers erop. Wat een mooi gezicht om die vogels te zien rondhuppelen op de koppen van de giganten waarbij ze snel oversprongen op een ander op het moment dat een nijlpaard weer kopje onder ging. Een eind stroomopwaarts zag ik een grote vogel de stroomversnelling induiken; het bleek een african finfoot te zijn. Prachtig ! Op het moment dat ik Peter met de telescoop achter mij verwachtte keek ik ineens tegen een grote man met een kalashnikov aan. Hij ging even een emmer water halen uit de rivier en het geweer bleef daarbij, hoe onhandig het ook was, over de schouder.
Het schijnt dus echt wel verstandig te zijn…. Even later kwam er achter ons langs een blanke man aanwandelen die begeleid werd door 4 parkwachten met geweren; die zal fors betaald hebben voor het arrangement waarvan hij dacht dat het verstandig was….. of zijn wij nou zo gevaarlijk bezig geweest om zomaar ongewapend rond te sjouwen in het park? De entreepapieren vertelden er niks over. Maar ja, daar kijken we sowieso al niet van op.
Op één van de nieuw aangelegde betonnen bruggen over een stroomgeul zagen we een grote mestkever met een dikke ronde keutel van zo’n 7 cm aan het rollen. Voordat Peter of ik de fotocamera in de aanslag hadden rolde de kever de keutel richting een afvoergat in de brugvloer en viel hij door het gat met keutel en al 4 meter naar beneden alsof het een doelbewuste actie van hem was. Hole in one !!!! Beneden zat hij echter wel met een probleem, want de keutel was zo hard op de grond gekomen dat hij was geplet en niet meer wilde rollen. Ik vroeg Peter nog of hij hem even weer rond wilde maken maar om onduidelijke redenen bedankte hij daar voor.
De zon brandde inmiddels onbarmhartig op het landschap en dat benadeelde de mogelijkheden voor fotograferen al wel enorm. Het waarnemen van diverse soorten vogels en zoogdieren als gnoe (blue-wildebeest), giraffe (een heel lichtgekleurde ondersoort), Impala’s en waterbok-antilopes, zebra, wrattenzwijn en waterbuffel had er echter niet onder te lijden al was wel merkbaar dat de dieren allemaal de schaduw probeerden op te zoeken. We zagen (en hoorden) hoe een grote groep waterbuffels zich een weg baande door een laaggelegen moerassig deel van het park. Je hoorde van grote afstand hoe ze moesten ploeteren om door het dichtbegroeide water te komen. Om half vier verlieten we tevreden het park en zijn doorgereden naar de Victoria falls. De enorme watersluiers van het donderende geraas van de waterval zorgde voor een aangename verkoeling. Het regende er weer van beneden naar boven en geen draad aan je lijf bleef er droog onder. En zo zagen we tientallen mensen zich doorweekt een weg banen door de sluiers van water en over het glibberige paadje langs de kloof. Wat een imposant en indrukwekkend natuurfenomeen is het toch. Aan de overkant van de kloof zagen we af en toe één van de vele grote vrachtwagens met koperblokken uit de mijnen over de boogbrug Zimbabwe inrijden, terwijl er af en toe iemand van de brug afsprong. Aan een elastiek wel te verstaan…. Wat een gekkenwerk blijft dat toch. Er vlogen ook weer regelmatig helicopters en ultralights door de kloof om toeristen op een luxe manier het natuurfenomeen te laten zien. Eerder deze week hoorden we al van één van de medewerkers van de ZOS dat er door deze activiteiten al 2 broedseizoenen geen broedgevallen van de endemische en zeldzame Taita-valk waren vastgesteld. De valken broeden normaliter op de steile kliffen van de kloof. We zagen nog wel veel roodvleugelspreeuwen vliegen die aan de bovenkant van de waterval met nestmateriaal aan het slepen waren dat ze precies van het randje waar het water ruim 100 meter naar beneden stort weghaalden. De rivier voerde met grote regelmaat waterhyacinthen aan die volgens mij het geraas naar beneden echt niet overleven. Ze moeten compleet tot puree gestampt worden als ze door de watermassa’s tegen de rotsen gesmeten worden. Na afloop bezoeken we het zeer eenvoudige bezoekerscentrum van de falls nog even alwaar op en knullige maar wel duidelijke wijze de geschiedenis van de falls en het historisch invloedrijke bezoek van ontdekkingsreiziger Livingstone beschreven wordt. Om 18 uur zijn we weer terug op de lodge alwaar we met een blikje Mosi aangenaam afkoelen na weer een zeer warme maar wel indrukwekkende dag.
Daarbij genieten we nog even van een prachtig naderend onweer dat het valleitje achter de lodge met toenemende frequentie vol in het licht zet. Een goed uur daarna begint het te regenen en dat slaat zo hard op het dak van het appartement dat ik Peter niet eens meer kan horen slapen….

Zaterdag 30 Januari 2010: van Livingstone naar Kabwe.
Om 06:30 uur opgestaan; Peter heeft dan al bijna al z’n spullen gepakt, is onder de douche geweest en heeft de koffie al bijna klaar… we hebben van een lekker ontbijtje met gortdroog brood en mierzoete jam genoten en hebben de auto volgepakt om ons te gaan verplaatsen naar Kabwe om bij de Burton’s de laatste dagen door te brengen; als we dat tenminste in één dag kunnen halen. In de struiken bij de parkeerplaats horen we nog een fitis roepen, die zijn hier dit seizoen veel minder algemeen dan vorig jaar, we hebben er ditmaal zelfs nog niet eens één kunnen ringen…
We zijn Livingstone nog niet eens uit of worden al aangehouden bij een politiecontrole. Nee hè… niet weer !!! De agente (of is het een militair, je ziet zoveel soorten uniformen in dit soort landen…) vraagt ditmaal om de verzekeringspapieren van de auto. Poeh… waar moeten die dan wel niet liggen. Ik zoek tussen oude wegenkaarten, landkaarten, kopieën van checklists en snoepjespapiertjes maar kan niks vinden dat er op lijkt. Ja, toch een papiertje! Ik geef het via Peter aan de agente en die kijkt Peter aan met een blik van: ‘neem je mij nu in de maling?’ Het blijkt de rekening van de butagasfles te zijn…. Uiteindelijk vinden we toch twee verzekeringspapieren die achter de zonneklep zitten, maar deze blijken al te zijn verlopen in 2007. Het gezicht van de agente wordt steeds humeuriger… ik stel voor dat we even bellen met de verhuurder van de auto; Hans vertelt meteen dat het in Zambia niet verplicht is om de verzekeringspapieren in de auto te hebben. Ik laat de agente met Hans spreken en na wat heetgebakerd heen en weer gepraat geeft ze het toestel terug en mogen we toch verder rijden na beloofd te hebben dat we een kopie van de geldige verzekeringspapieren bij de verhuurder gaan halen. Ja hoor, duh….
Omdat het vannacht tot vlak na het ochtendgloren heeft doorgeregend is het eerste deel van de weg over een afstand van 48 km tot het plaatsje Zimba een glibberbaan met watergevulde potholes en modderkuilen geworden. Op sommige stukken zit er ook nog wat asfalt tussen. Na dat slechte stuk schiet het rijden lekker op, het is de eerste uren ook nog bewolkt weer dus dat valt ook mee. We komen onderweg ook weer van alles tegen, van vrouwen met stukken boomstam van 30 cm diameter of stapels manden of jerrycans op het hoofd tot mannen met grote vrachten houtskoolzakken of jerrycans met water op de fiets of zelfs een geit die plat onder een stuk touw op de bagagedrager van de fiets is vastgesjord en zich hevig verzet; om nog maar te zwijgen over de vele levende kippen waar men mee langs de weg loopt of die door verkopers hoog in de lucht worden gehouden als ze ons aan zien komen rijden. Ook wordt er regelmatig een verse (nou ja….) vis opgehouden, en soms passeren we een gehucht waar ineens iedereen geiten heeft geslacht en de karkassen met gespreide poten aan een rek pal langs de weg heeft gehangen. Tja, voor de partij voor de dieren is hier nog veel te bereiken…..
We zien een aanhanger van een vrachtwagen op de kop in de berm liggen die er op de heenweg ook al lag maar waarbij zich nu een stel locals met provisorische hutjes heeft gevestigd in de hoop dat ze een graantje kunnen meepikken als iemand het voertuig en inhoud komt bergen. Getuige de andere autowrakken die je soms ziet liggen zou het maar zo kunnen zijn dat dat nooit gaat gebeuren.
In Mazabuka stoppen we om geld op te nemen want zowaar zien we hier een Stanbicbank die als enige de mogelijkheid heeft om met een maestro-pinpas geld op te nemen uit een ATM.
Aan het eind van de middag wordt het rondom de dorpen op de smalle vluchtstrook duidelijk drukker met wandelaars en fietsers die onderweg terug naar huis zijn. Je scheert met 100-120 km/u rakelings langs ze heen en voor ons Europeanen is het extra moeilijk in te schatten hoe ver je van ze af zit omdat je aan de andere kant van de weg rijdt dan je gewend bent en ook nog eens een keer in een veel grotere en bredere 4-wheeldrive rijdt. Aan het eind van de middag bereiken we Lusaka en raken daar even de weg kwijt omdat ik in de waan was dat het winkelcentrum Arcades aan de weg naar Kabwe zou liggen. Gelukkig worden we desgevraagd, weliswaar via een binnendoorweggetje door een sloppenwijk, door een stel mannen achterop een open vrachtwagen naar de juiste boulevard gewezen en kunnen we nog wt laatste boodschappen voor Debbie halen en kan Peter nog weer een stel kaarten kopen en postten. We zijn er nog niet aangekomen of er breekt een daverend onweer los. In korte tijd staan de niet-overdekte delen van het winkelcentrum blank en lopen alle voor Zambiaanse begrippen highclass-mensen zich na de bui een plekje onder de smalle overkapping te verwerven, bang als ze zijn om hun schoenen nat te krijgen. Wat een contrast als je realiseert dat men om de hoek blootsvoets of op afgetrapte schoenen door de blubber en huisvuil loopt. Je voelt jezelf dan ook meteen enorm decadent; vooral als je een can met bakolie koopt waarvoor je het equivalent van 4 gemiddelde Zambiaanse dagsalarissen neertelt. We redden het niet om voor het donker bij de Burtons te zijn en moeten het laatste deel dus in het donker rijden. Geen pretje dus, want je ziet haast geen hand voor ogen en er blijven onveranderd veel mensen op de vluchtstrook lopen of fietsen op onverlichte vehikels. Het tegemoetkomende verkeer heeft meestal 1 zwakke lamp en 1 heel fel schijnende lamp en seint dan ook nog eens naar ons omdat onze lampen ook niet goed afgesteld staan… We kruipen dus verder en verder door de invallende avond. In de stad Kabwe is het niet veel beter want de Afrikaanse steden blinken nou ook niet echt uit in straatverlichting. Alles verloopt echter goed en een tiental minuten rijden na de stad weet Peter zomaar ineens de juiste smalle inrit tussen het metershoge gras te vinden die ons via de kilometerslange zandweg naar de boerderij brengt. Onderweg zien we twee uilen in het schijnsel van de lampen en 3 nachtzwaluwen springen op van het weggetje. Vlak voor de boerderij loopt er ineens een konijn voor ons uit; we wisten beide nog niet eens dat die hier voorkwamen…. Uiteindelijk verschijnen we hondsmoe maar voldaan bij de boerderij alwaar Peter tegen Donald verteld dat we 480 kilometer hadden gereden maar dat hij twijfelde aan de nauwkeurigheid van de teller. Waarop Donald zegt: ‘are you kidding ! It’s about 800 kilometers from here to Livingstone....’.
We installeren ons weer op de gastenkamer en een half uur later nodigt Debbie ons uit om aan te schuiven aan een lekkere Chinese wokschotel waarna we al snel uitgeput de kleine bedjes induiken…

Zondag 31 Januari 2010; Kabwe, uitrustdagje met tuinvangsten.
05:30 uur: ‘Henri, zullen we even een paar netjes zetten?‘ klinkt de stem van Peter ergens verweg in de hoeken van mijn hersenpan… waar haalt ie de energie vandaan na zo’n dag als gisteren… Afijn, we hebben het vandaag rustig aan gedaan met weer 3 netjes die we in de moestuin en de siertuin hebben opgezet. Daarin in de 1e ronde al meteen 4 yellow white-eyes. In de volgende ronde 2 nieuwe soorten voor deze reis, de yellow-fronted tinkerbird en 2 exemplaren van de red-backed mannikin, een verwant van de bronze mannikin die hier veel talrijker is. Verder vangen we deze morgen nog weer een paar sunbirds, onder andere voor het eerst een juveniele man van de later prachtig uitkleurende western violet-backed sunbird, die sunbirdsoort waar fotocamera’s gek van worden… Het is al snel weer een warme dag aan het worden en na het middaguur is het snel gedaan met de vangsten in de tuin. We sluiten de netten dan ook maar weer. Peter is vandaag behoorlijk wat rust aan het inhalen, niet zo gek na die rit van gisteren.

Totalen tuinvangen (33 mtr net) :
---------------------------------

African yellow white-eye 4
Amethyst sunbird 2
Variable sunbird 1
Western violet-backed sunbird 1
Red-backed mannikin 2
Bronze mannikin 5
Peters’s twinspot 1 + 1 eigen terugvangst
Yellow-fronted tinkerbird 1
Brown firefinch 1
Black-eyed bulbul 0 + 1 eigen terugvangst
---------------------------------------------------
Totaal : 18 nieuw geringd en 2 eigen terugvangsten.


Om 17:30 uur vertrekken we richting zwaluwvangplek. Nog voor we de compound bereiken staat Jackson ons al verbaasd kijkend op te wachten. Hij had duidelijk niet meer op ons gerekend. Als we uitleggen dat Bennie inmiddels naar Holland terug is vraagt hij meteen of hij in de laarzen van Bennie mag lopen. Dat doen we nog maar even niet dus want de volgende vraag zal ongetwijfeld zijn of hij ze mag houden. We zetten veiligheidshalve maar 2 netten van 12 meter elk op, maar het aantal zwaluwen dat komt opdagen nadat we alles klaar hebben staan valt tegen. Er hangen regelmatig kleine groepjes boven de netten maar die vliegen na een paar rondjes door naar een andere plek ongeveer 50 meter verderop. Die plek is door de opnieuw verhoogde waterstand voor ons onbereikbaar. Tijdens het wachten zien we weer hele groepen koereigers mooi laag over het riet voorbij komen en vliegen er weer een stuk of 5 hadada-ibissen luid klagerig roepend rond boven het water. Ook komen er weer een stuk of 5 pied Kingfishers/bonte ijsvogels voorbij en later in de schemer weer een giant kingfisher/reuzenijsvogel. De uiteindelijke vangst van zwaluwen valt tegen en we halen voor de adulte vogels de steekproef zelfs nog niet eens. Wel zit er nog weer een zestal rietzangers in het net en kunnen we ons nog heerlijk vermaken met een stuk of 15 village-weavers in de netten. Ondertussen zit er weer een dreigend onweer in de verte maar dat schuift aan ons voorbij. Het was op deze manier een heerlijke rustdag op een plek waar we ons weer enorm welkom weten.

Totalen avondvangen ( 24 mtr net):
----------------------------------

Boerenzwaluw 19
Oeverzwaluw 1
Rietzanger 6
-----------------------------------------------------
Totaal 26 vogels nieuw geringd en geen terugvangsten.

Geen opmerkingen: